Deugd, vlijt en oppassing: De fundatie van Theodorus Nicolaas Beels.
Bij raadsbesluit van de Helmondse gemeenteraad van 3 juni 1907 werd de straatnaam Beelsstraat vastgesteld. Die naam werd gegeven aan de weg langs de werkliedenvereeniging door het Hemelrijk ter herinnering aan den stichter van het Beelsfonds.
Dokter Theodorus Nicolaas Beels werd op 6 december 1773 te Helmond geboren in het huis op de hoek van de Steenweg en de Kanaaldijk waar nu hotel Westende staat. Zijn vader Johannes Baptista Beels had zich rond 1760 als arts in Helmond gevestigd. Uit het huwelijk van dokter Beels met Anna Catharina Muts werden zeven kinderen geboren waaronder drie zonen. In tegenstelling tot hun vader die in Leuven was afgestudeerd studeerden de zonen aan de universiteit van Leiden. Adrianus Johannes Beels vestigde zich na zijn studie als dokter in Steenbergen en later in Rotterdam. Ferdinand Albertus Beels was dokter in Roosendaal en overleed in Breda. Oudste zoon Theodorus Nicolaas Beels had voordat hij naar de univesiteit ging eerst van 1788 tot 1791 aan de Latijnse school in Gemert gestudeerd. Hij promoveerde in Leiden in 1798 op een dissertatie genaamd: de Encephalitide”. Hij vestigde zich als huisarts in eerste instantie in Bergen op Zoom, maar had later een praktijk in Breda. Op 8 juni 1805 stierf vader Johannes Baptista Beels in zijn huis te Helmond. Dat huis dat later Westende werd genoemd heette toen nog Oostende. Geen van de drie broers zou hun vader opvolgen als arts in Helmond. Het huis werd nadien bewoond door dochter Maria Anna Dymphna die gehuwd was met fabrikant Albertus Bots. Een andere dochter, Joanna Adriana, was gehuwd met Antonij Keunen, die afkomstig was van Dommelen en een brouwerij had in Mierlo. Hun zoon Johannes Theodorus Keunen werd in 1841 tot burgemeester van Mierlo benoemd; hij woonde daar in het huis Karelstein.
In het jaar van de oprichting kwam in Vlierden het landgoed Ruth en Vorst te koop. Eens waren deze boerenhoeven eigendom van hertog Hendrik I van Brabant, die ze schonk aan zijn dochter Maria. Toen deze de abdij Binderen stichtte schonk zij die hoeven aan het klooster. Bij de hoeve Ruth stond ook ooit een watermolen op de Astense Aa. Na de tachtigjarige oorlog werden de boerderijen, als zijnde geestelijke goederen, door de Staat in beslag genomen. In 1664 werden ze beiden verkocht aan de gebroeders Jan en Adriaan van der Meijden voor 14.000 gulden. In 1840 kwam het eigendom bij een boedelscheiding te Düsseldorf aan jonkvrouwe Amalie van Heijster. Zij laat op 18 augustus 1847 het landgoed openbaar verkopen voor notaris van Bocholt te Helmond. De goederen worden in stukken en in geheel te koop aangeboden. Diverse personen doen een bod, zoals fabrikant Godefridus van Glabbeek uit Helmond; ook jonkvrouwe de Maurissens uit Vlierden is geïnteresseerd in een deel. Uiteindelijk is Franciscus Wilhelmus van den Dungen, de latere burgemeester van Helmond, de hoogste bieder. Hij verklaart een dag later dat hij de goederen heeft gekocht ten behoeve van de Fundatie van Theodorus Nicolaas Beels. De koopprijs bedroeg 26.550 gulden. Hiermee komt de stichting in het bezit van het landgoed met vier boerderijen met landerijen en bossen ter grootte van ruim 153 hectare. Om het landgoed te kunnen aankopen moest de stichting leningen aangaan. Zij gaf daartoe 26 aandelen uit van 100 gulden als renteloze lening voor de tijd van 8 jaar. In 1865 had de stichting het bedrag van 30.00 gulden weer in kas. Door meerdere schenkingen werd dit bedrag nog aanmerkelijk verhoogd. De steunverlening wordt door de administrateurs gedaan; zij alleen weten aan wie en waarom er hulp wordt geboden. Zij zijn daarover geen verantwoording schuldig aan het bestuur. Het landgoed werd door de Beelsfundatie altijd met zorg in stand gehouden en in 1871 nog uitgebreid met een aankoop. In 1937 werd het beheer overgedragen aan de Nederlandse Heidemaatschappij die een herkaveling maakte en door ontginningen de bedrijfsgrond uitbreidde.
In 1938 plaatste de gemeente Deurne, waaronder Vlierden sinds 1926 behoort, drie wegen die over het landgoed liepen op de wegenlegger. De stichting maakte bezwaar omdat zij vond dat deze wegen niet openbaar waren. Aan de grenzen van het landgoed waren afsluitbomen geplaatst en er werd tolgeld gevraagd aan personen die van de wegen gebruik maakten. De gemeente voert aan dat er nooit borden “eigen weg” zijn geplaatst en dat het vragen van tolgeld aangeeft dat de wegen juist wel een openbaar karakter hebben. De hekken staan blijkbaar altijd open en er wordt alleen tol gevraagd aan diegenen die met kar en paard de brug op het landgoed passeren. Het bezwaar wordt dan ook verworpen. De Fundatie Beels is nog altijd eigenaar van dit schilderachtig gelegen landgoed aan de weg van Vlierden naar Liessel, geflankeerd door de meanderende Astense Aa. De verbondenheid van de stichting met het landgoed en met Vlierden werd in 1956 nogmaals benadrukt door het schenken van nieuwe attributen aan het Vlierdense Willibrordusgilde.
De nagedachtenis van dokter Beels wordt behalve door de straatnaam in Helmond nog in ere gehouden door het jaarlijks celebreren van een gezongen mis voor zijn zielerust. Zijn stoffelijk overschot werd in Helmond begraven op het kerkhof dat toen nog lag aan de Molenstraat, ongeveer waar nu “zijn” straat, de Beelsstraat begint. In 1880 werd wat verder in de Molenstraat het huidige kerkhof geopend en werden de graven op het oude kerkhof geruimd. Op 6 december 1882 werd zijn stoffelijk overschot in een nieuwe kist naar dit kerkhof overgebracht waar hij werd herbegraven onder een nieuwe zerk.
Op de foto zien we de Astense Aa onder Vlierden. De beek werd tussen 1960 en 1970 bijna geheel gekanaliseerd; een stukje van 2 km kan nog vrij meanderen. Dat stukje stroomt door een natuurgebied van 50 hectaren dat in bezit is van de stichting “het Brabants Landschap”.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven; Th.N. Beels en zijn stichting in: W.A.M. van Heugten, Deurne en de Peel.