Wevers en weefgetouwen in de 17de en 18de eeuw

Al in de Middeleeuwen was de textielnijverheid in heel Zuidoost Brabant sterk aanwezig. In Helmond en Eindhoven waren al in de veertiende eeuw weversgilden die vooral wollen, lakense stoffen fabriceerden. In de vijftiende eeuw raakte de fabricage van wol echter in een grote crisis. Daarom schakelden met name de Helmondse wevers in de loop van de zestiende eeuw op grote schaal over op linnen. Vlas, de grondstof voor linnen, groeide in de omgeving en was dus gemakkelijk beschikbaar. De linnen stoffen werden door zelfstandige wevers op hun eigen weefgetouw in hun woning vervaardigd en verkocht aan kooplieden die het weer verhandelden. Na de overgang van Brabant naar de Republiek der Verenigde Nederlanden in 1648 veranderde dit omdat het niet meer mogelijk was de linnen stoffen te verhandelen op jaarmarkten in het zuiden. De Zuidelijke Nederlanden, het huidige België, was immers vijandig gebied. In plaats daarvan kregen de Helmonders voortaan hun opdrachten van rijke textielbaronnen uit Haarlem, toen het grote centrum van linnenhandel in Holland. Hoewel de Helmondse textielnijverheid daardoor afhankelijk werd van Haarlem, bleef zo wel de textielnijverheid, en daarmee toch een beetje welvaart, in de stad overeind.

Een huisweverij met linnenwever en haspelende vrouw in 1905. Het betreft hier thuiswerkers voor de firma Van Dissel in de Tongelresestraat te Eindhoven.

Bronvermelding: RHCe, THA, objectkenmerk 0008811

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
40-jarig huwelijksfeest
De crisis van de jaren 1970-1980
De verdwenen Beiaard
images/hourglass.png

ZOEKEN...