Ze misten de laatste trein

Het afgebrande hotel St. Lambert in Helmond op 6 februari 1956. Fotograaf onbekend.

Op 23 mei 1902 kopen de gezusters Maria en Gertruda van Duijnhoven van Peter de Louw het pand waarin zij al vanaf 1896 in Helmond hotel St. Lambert drijven.

De koopprijs bedraagt 12.000 gulden waarvoor de zussen een hypotheek opnemen bij de verkoper. In het koopcontact is uitdrukkelijk bepaald dat de door zeven pilasters gesteunde schansmuur tussen het hotel en de kerk het eigendom is van de parochie.

In 1914 besluiten de zussen de exploitatie van St. Lambert over te laten aan hun neef Petrus Franciscus Cuijpers. Die was tot dan toe huisschilder van beroep. In de arbeidsovereenkomst verbindt hij zich om “met trouw, nauwgezetheid, eerlijkheid en ijver al zijne krachten te wijden aan en ter bevordering van den goeden gang en der bloei van het voor rekening en op haar naam gedreven wordende herbergbedrijf met vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein, in het pand gelegen te Helmond aan de Markt, wijk C, nr. 36, genaamd café St. Lambert”. Het contract geldt voor 6 jaar. Hij krijgt vrije woning in het pand en mag de helft van de winst houden. Na het overlijden van Maria van Duijnhoven kan hij het hotel kopen van Gertruda. In 1942 doet hij het hotel over aan Bavaria in Lieshout. De brouwerij geeft de leiding in handen van Alphonsus van den Dries. Toen deze in 1948 vertrok naar hotel Westende namen de gebroeders Koekenbier de zaak voor een jaar over. Zij werden in 1950 opgevolgd door mevrouw Vriens-Nuijts.

In de vroege maandagmorgen van 6 februari 1956 ontdekt de chef van de nachtveiligheidsdienst in Helmond een flakkerend licht in het café van hotel St. Lambert. Door te bellen, op de deur te bonzen en te schreeuwen probeert hij de mensen binnen te waarschuwen, maar dat lukt niet. Hij snelt naar het politiebureau waar het lukt om de bewoners per telefoon te wekken. De brandweer wordt meteen gealarmeerd. Terug bij het hotel kan hij geholpen door een politieagent de twee jongste kinderen van de exploitante mevrouw Vriens naar buiten brengen. Drie gasten en de kelner kunnen gelukkig zichzelf in veiligheid brengen. Maar er moeten nog twee jongemannen in het hotel zijn. Een neef van de familie Vriens en zijn vriend hadden in Helmond carnaval gevierd. Ze misten de laatste trein en moesten daarom nog een nacht blijven logeren. In het oude pand breidt de brand zich echter razendsnel uit. Ondanks dat de brandweer zeven waterstralen op het hotel richt lukt het de jongens niet meer om aan de vuurzee te ontsnappen. Behalve de achterzaal was het hele hotel uitgebrand. Ook van de inboedel kon niets worden gered. Enkele attributen van het Sint Catharinagilde die in vitrines in de gang lagen konden nog worden veiliggesteld; het merendeel bleek echter ernstig te zijn aangetast. De geblakerde restanten van het gebouw bleven nog enige tijd staan voordat ze door schuttingen aan het oog werden onttrokken. Het duurde nog lang voordat er bouwactiviteiten te bespeuren waren. Naar ontwerp van architect Van Griensven bouwde aannemer Van den Heuvel uit Lieshout een geheel nieuw hotel. Veel Helmondse bedrijven hielpen daaraan mee, en zo kon op 21 juli 1961 burgemeester Sweens met een niet geheel succesvolle worp van een kegelbal de nieuwbouw met kegelbaan openen. Na 25 jaar werd het hotel helemaal gerenoveerd. Van de 25 kamers bleven er nog 12 over. Na tien maanden gesloten te zijn geweest kon op 7 november 1985 wethouder Remmen het hotel officieel openen.

 

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
De honderdduizendste daf 010662
Naam Duizel en Steensel
Jan Snijders
De turfstrooiselfabriek in de Astense Peel.
images/hourglass.png

ZOEKEN...