Hondenbaan
Honden worden vandaag de dag voornamelijk gehouden als gezelschapsdier. En daarom worden ze tot in de grond verwend: een eigen plekje in huis, uitgebalanceerd voer, allerhande speeltjes en als het baasje werken moet, lekker naar de hondencrèche.
Vroeger was dat wel anders: toen moesten honden, net als hun baasjes, werken voor de kost. Vaak was dat als trekhond. Met hun baasje de melkboer, bakker of slager trokken ze van deur tot deur, de kar volgeladen met koopwaar. Geen werk dus voor schoothondjes, maar voor stoere sterke honden, met namen als Hektor, Poets en Tempo, die de kar door weer en wind over het hobbelige wegdek moesten trekken.
En wat een verantwoordelijkheid. Als de baas de kar even alleen moest laten waakte de hond over de koopwaar. Met een vervaarlijk gegrom werden ongure types op afstand gehouden. Anderzijds wisten ze precies wanneer er een charmeoffensief ingezet moest worden, namelijk als er bij een klant wat lekkers klaar lag.
De hondenkar was een eeuw geleden een bekend maar ook berucht fenomeen in Eindhoven. Rond 1900 werd in de krant regelmatig geschreven over "hondenkarren die in dolle vaart de straten doorkruisen en zelfs om de hoeken der straten zo hard rijden, dat het voor kinderen bijna onmogelijk is zich uit de voeten te maken". Venter van petroleum, garen en band A. van Agt uit Stratum wil van deze kritiek niets weten nadat zijn hondenkar bij een ongeluk is vernield: “van mijn kar en beestje heeft nog nooit iemand last gehad. Toen ik dezer dagen iemand aannam om mij te helpen kostte die persoon me zowat twee dubbeltjes per uur; dat is meer dan mijn hondje de hele dag kost”. Gelukkig wist hij te vermelden dat zijn hondje ongedeerd gebleven was bij het ongeluk; zijn trouwste compagnon.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.