Terug naar toen; zie ginds ….
Zaterdag 17 november 1962, even voor 15.00 uur: Het is koud, bitterkoud zelfs. Er staat een snerpende wind. Weer dus om lekker binnen te blijven. De kachel en de radio aan, kleurpotloden en tekenblok uit de la en kleuren maar...
Niet dus, want het is de Belangrijkste dag van het jaar, de dag dat Sinterklaas weer voet op Eindhovense bodem zal zetten. Bij het havenhoofd van het Eindhovens Kanaal staan duizenden kinderen en hun ouders reikhalzend uit te kijken naar de stoomboot die eerst nog een hindernis, de ophaalbrug, onderlangs moet passeren. Om de Sint en zijn roetzwarte gevolg extra gunstig te stemmen is niemand minder dan Anneke Grönloh bereid gevonden om ‘Brandend Zand’ en ‘Paradiso’ ten gehore te brengen waarna de PTT-harmonie het stokje van haar overneemt en diverse Sinterklaasdeuntjes speelt. Ondertussen zet de Sint voet aan wal en wordt hij hartelijk verwelkomd door de Eindhovense notabelen, waaronder de burgemeester. De burgemeester vertelt de Sint dat de Eindhovense jeugd over het algemeen heel braaf is. Wel vindt hij het erg dat de parken en plantsoenen nogal eens ten prooi vallen aan baldadigheid. En dan het bromfietslawaai in de binnenstad! Om tureluurs van te worden. Als de Sint dat eens kon bestraffen… Helaas, de grote kindervriend ziet dat toch anders. Een hartig woordje spreken met de ouders van de overlastschoppers lijkt hem effectiever. Daarna begint de Sint aan zijn triomftocht door de binnenstad die eindigt bij hotel Royal op het Stationsplein, alwaar hij zich terugtrekt in de voor hem gereedgemaakte vertrekken. Het echte werk gaat nu pas voor hem, zijn pieten en viervoeter beginnen. En de kinderen? Die keren opgetogen huiswaarts waar alsnog de kleurpotloden tevoorschijn worden gehaald: “Lieve Sint, wat ik graag in mijn schoentje vind …… “