Ganstrekken en katknuppelen
In de zeventiende en achttiende eeuw zijn dierenspelletjes, die nu wreed en barbaars gevonden zouden worden, zeer populair.
Kwelspelen, zoals ganstrekken en katknuppelen, zijn zelfs tot ver in de negentiende eeuw overal op het platteland van de Kempen en de Peel geliefde vermakelijkheden, vooral tijdens de kermis. Bij het ganstrekken wordt een gans aan één van de poten opgehangen aan een touw. De deelnemers rijden te paard of met paard en wagen onder de gans door en proberen de kop te grijpen en van het lijf te trekken. Om het extra moeilijk te maken wordt de kop van het beest ingesmeerd met zeep. Bij het katknuppelen wordt een kat in een houten ton opgesloten en aan een touw tussen twee bomen opgehangen. De deelnemers slaan vervolgens met houten knuppels tegen de ton. De bedoeling is dat de ton in duigen wordt geslagen, waarna de kat onder luid gekrijs kan ontsnappen.
In de loop van de achttiende eeuw worden deze spelen bijna overal door de dorpsbesturen verboden. Toch constateert de Kempische schoolmeester P.N. Panken in 1898 dat in zijn tijd de dierenspelen nog steeds niet helemaal verdwenen zijn.
18de eeuwse prent met een afbeelding van het ganstrekken