Terug naar toen: niet meer op een rijtje
Oktober is van oudsher de woonmaand in Nederland. De dagen worden korter en kouder en dan zoeken we graag weer de beschutting op die een woning biedt. Maar een huis maakt nog geen thuis. Een huis voorziet in een aantal basisbehoeften, thuis is de plek waar je ongegeneerd jezelf kunt zijn. Welk type huis daarbij hoort is voor iedereen verschillend.
In oktober 1970 werd in Eindhoven een innovatief plan gepresenteerd. Het stadsdeel Tongelre was in afwachting van een nieuw te bouwen wijk genaamd de Geestenberg. In dit bouwplan was plek ingeruimd voor een aantal experimentele woningwetwoningen. Woningen voor de verhuur, voor mensen met een smalle beurs. De woningen waren verschillend van omvang en stonden niet zoals gebruikelijk strak in het gelid, maar waren op speelse wijze geschakeld. Bovendien bestond de mogelijkheid om een extra verdieping toe te voegen en dat betekende een extra slaapkamer, knutselhok, naaikamer, ‘mancave’, of net wat de bewoner wenste.
Senioren waren niet geholpen met een extra verdieping, wél met een geheel gelijkvloerse woning. Daar voorzag dit plan ook in. In totaal zouden er 252 experimentele woningwetwoningen in blokken van acht worden gebouwd. Enkele al in het te bebouwen gebied staande woningen waren tijdens de voorbereiding van het plan al gesneefd.
Bij een experimentele woonwijk hoort natuurlijk een dito multifunctioneel wijkcentrum. Dat werd ’t Karregat. En geëxperimenteerd werd er. In binnenmuren voorzag het oorspronkelijke ontwerp niet, die waren uit den boze zelfs, waardoor de gebruikers van het pand, onder andere een school, een supermarkt en een gezondheidscentrum, het ook al snel niet meer op een rijtje hadden. Volgende week meer daarover.