Terug naar toen: pantoffelparade
Hoe het komt dat wonen in de Eindhovense binnenstad lange tijd niet populair was? Niet populair is zelfs nog zacht uitgedrukt. Het aantal bewoners van de binnenstad is lange tijd op een hand te tellen geweest. Wonen boven winkels is niet altijd praktisch en veel winkels gebruiken de bovenverdieping voor de opslag van de winkelvoorraad.
Volgens berichten in het Eindhovens Dagblad gedateerd 14 maart 1951, is er ook een andere reden waarom mensen niet meer in de binnenstad willen wonen, namelijk vanwege de -jawel- ’s-Zondagsavondse pantoffelparade! En masse slenterden ‘opgeschoten vlegels’ en ‘jonge meisjes’ dan een rondje door de stad en altijd volgens dezelfde route: Vrijstraat-Rechtestraat-Hooghuisstraat-Keizersgracht. Tot grote ergernis van binnenstadbewoners blijft het niet bij wandelen, maar wordt er ook gehold, gestoeid en zitten of hangen groepjes jongeren tegen etalages en kozijnen. En dan de taal die de jeugd ondertussen bezigt. Kuise oren en zelfs gehoorapparaten raakten erdoor van slag. Voor de politie was dit alles voldoende aanleiding om naast de geüniformeerde politie extra patrouilles in burger in te zetten. Opgeschoten lummels werden opgepakt en overgebracht naar het politiebureau, alwaar de politie de ouders hun kroost liet ophalen. Een belangrijke pedagogische les voor alle betrokkenen, aldus de politie. De politie had er dan ook alle vertrouwen in dat het probleem van de ’s-Zondagsavondse pantoffelparade spoedig tot het verleden zou behoren en dat de rust in de Eindhovense binnenstad voorgoed zou weerkeren…