Beatrix in Asten.
Op 24 april 2012 kwam koningin Beatrix naar Asten om het geheel vernieuwde museum te openen.
Niet alleen het gebouw en de museale presentaties zijn vernieuwd, ook de naam is veranderd: van Nationaal Beiaard- en Natuurmuseum in Klok & Peel Museum Asten. Beatrix treedt in de voetsporen van haar vader, die in 1975 het beiaard- en het natuurmuseum aan de Ostaderstraat opende.
Het was niet de eerst keer dat Beatrix een dagje Asten deed. Op 16 juni 1951 was ze met haar moeder, koningin Juliana, ook in het Peel- en klokkendorp en genoot volop van de ontvangst die Asten koningin en prinses bereidde bij de overdracht van een carillon aan Curaçao.
CARILLON "DE VIER KONINGSKINDEREN"
Rood-wit-blauw laat zich weer gelden,
Niet in kleuren, maar in klank.
Neerland gaat een boodschap melden
Aan d'Antillen, waar tot dank,
Voor de heldenmoed van velen
Die tot in de dood getrouw
Asten's klokken nu gaan spelen
Dat hun heugenis blijven zou!
BEATRIJS zal geluk beduiden,
En IRENE spreekt van vreê,
MARGRIET zal vreugde luiden,
En MARIJKE beiert mee:
"Blijven wij steeds saam verbonden,
Bouwend aan een betere tijd
Gelijk deez' klokken ons verkonden:
STEEDS TOT SAMENGAAN BEREID."
(Gedicht van F.)
In 1950 had Max Eijsbouts, directeur van Klokkengieterij Eijsbouts-Lips, tijdens zijn zakenreis door Noord- en Zuid-Amerika de opdracht voor het vervaardigen van een carillon voor het Curaçao’s Museum mee naar zijn thuisbasis Asten teruggenomen. Het is een carillon geworden van 47 klokken, waarvan de zwaarste 800 kilo weegt. Alle klokken samen wegen 3500 kilo. Het klokkenspel is een blijvende herinnering aan de gevallenen van Curaçao in de oorlog; met name de kunstenaars onder hen. Op de grootste klok prijken de namen van de vier Nederlandse prinsessen. Koningin Juliana heeft hiervoor toestemming verleend en dat was de directe aanleiding van de aanwezigheid van koningin en kroonprinses bij de overdracht van het carillon door Eijsbouts aan Curaçao op zaterdag 16 juni 1951.
Bij de bekendmaking van het programma voor die dag kopte Peelbelang op de voorpagina 'Een koningskind komt luisteren naar Beiaard "De Vier Koningskinderen"', de naam van het Curaçao’s carillon . Verwacht werd dat elke rechtgeaarde Astenaar om drie uur naar de Markt zou komen, waar de presentatie plaatsvond. Naast de Astenaren die met hun vereniging voor Juliana en Beatrix en andere genodigden optraden, zijn inderdaad veel Astenaren naar het centrum gekomen. Enkelen hadden zelfs een goed plaatsje gevonden op de daken. Ze luisterden naar toespraken van minster Peters, de heer Debrot als vertegenwoordiger van de Nederlandse Antillen, de heer Vermeulen van de Stichting Culturele Samenwerking en de heer Engels, artistiek directeur van het Curaçao’s Museum en initiatiefnemer voor het carillon. De vrolijke muzikale klanken kwamen natuurlijk van "De Vier Koningskinderen", dat stond opgesteld voor het postkantoor. De Rotterdamse stadsbeiaardier Ferdinand Timmermans liet uit de beiaard twee Curaçaose volksliedjes klinken. Ook het officiële Curaçaose volkslied was te horen. De aanwezige Curaçaoënaars zongen het. En het Wilhelmus kwam uit de kelen van alle aanwezigen, ondersteund door harmonie St. Cecilia. Daarnaast kregen de koninklijke gasten, zittend voor het gemeentehuis, en de andere aanwezigen enkele reidansen van Astense reidansclubs te zien en vendelzwaaien door het Sint Jorisgilde. De experimentele televisiezender van Philips - tv stond in 1951 echt nog in de kinderschoenen - zond de plechtigheid live uit. Nog steeds is 'uniek in het Caribisch gebied het carillon met 47 klokken'.