Decoratie (deel 2)
Dinsdag 26 april 2016 worden in den lande de Koninklijke onderscheidingen uitgereikt aan eenieder die zich minimaal 15 jaar verdienstelijk heeft gemaakt voor de samenleving. Ook de stad Eindhoven eert burgers die van uitgesproken belang zijn voor de stad.
Anton Philips werd in 1939 de eerste ereburger van Eindhoven. Sindsdien volgden er velen. Voornamelijk bestuurders, waaronder de burgemeesters Borrie, Verdijk, Witte, Welschen en Sakkers, en ondernemers waaronder de gebroeders van Doorne. Maar gaandeweg ontstaat er ook enig ongemak. Het kreeg er de schijn van dat vooral personen op hoge posities voor een ereburgerschap of koninklijke onderscheiding in aanmerking kwamen. In 1970 zetten de Eindhovense Kabouters, een ludieke protestbeweging van eind jaren zestig tot midden jaren zeventig, zich af tegen de gangbare lintjestoekenning. In het door hun uitgegeven Gemeenteblad van Kabouterstad Eindhoven staat het volgende bericht van ‘aktiekomietee voor ieder een lintje’: Gebruiksaanwijzing (voor bijgeleverd) Oranjelintje. Maak het los en speld het op uw rode jasje, mutsje of in uw baardje. Prik je niet! Speld het bij je buurman op zijn borst. Voor iedereen een lintje!
Het duurde overigens nog tot in de jaren tachtig voordat ‘gewone’ burgers voor het ereteken van de stad Eindhoven in beeld kwamen. Nieuwe categorieën waaruit nu geput wordt zijn welzijnswerk en sport met boegbeelden Harry van Raay, Guus Hiddink, Jacco Verhaeren, diens pupil Pieter van den Hoogenband en Paul Haarhuis. Ook wat betreft de koninklijke onderscheidingen is er een en ander veranderd. Een hoge plek op de sociale ladder, een veertigjarig dienstverband of lidmaatschap van de plaatselijke muziekvereniging is niet langer een garantie voor een koninklijk lintje.