Het grafeiland in de Warande
De Warande in Helmond, een jachtgebied dat in 1314 in bezit kwam van de Heren van Helmond, is nu een geliefd wandelgebied. In het midden bevindt zich een grafeiland met een grafkelder waar leden van de familie Wesselman van Helmond en aanverwanten liggen begraven.
Er is maar weinig in het Helmondse stadsbeeld dat in de afgelopen honderd jaar nauwelijks of geen veranderingen heeft ondergaan. Eén ervan is de Warande of zoals de Helmonders zeggen: “de Vraand”. Een foto van het in de Warande gelegen grafeiland uit de periode 1907-1914 verschilt weinig van het beeld dat we nu kunnen ervaren. Op dit eiland, dat behoorde aan de familie Wesselman van Helmond zijn niet alleen leden van dat geslacht begraven en bijgezet, maar ook leden van de aanverwante familie Carp.
Op een gegeven moment is in de vijver een eiland aangelegd met een heuvel erop. Het oudste graf op de heuvel is van Anna Sibilla Wilhelmina Plencker, de vrouw van de laatste Heer van Helmond. Waarschijnlijk is het grafeiland aangelegd na haar overlijden dat plaatsvond op 25 april 1817. In totaal liggen er 11 personen onder 9 zerken begraven. De jongste zerk dateert uit 1955. De laatste begraving vond plaats in 1955 toen de douairière van jonkheer Carel Frederik IV bij haar man werd begraven. In 1971 werd dit echtpaar echter herbegraven op de Hervormde begraafplaats aan de Molenstraat. Naar het eiland liep een dam door de gracht waar een monumentaal toegangshek de toegang versperde.
Bij de overdracht op 10 januari 1921 van het kasteel aan de gemeente Helmond door de familie Wesselman van Helmond was de Warande niet inbegrepen. De familie bestond toen uit Jonkvrouwe Anna Maria Emelia Arnoldine de Jonge van Zwijnsbergen, douairière van jonkheer Carel Frederick Wesselman van Helmond, en haar twee dochters jonkvrouwe Emilie Susanna Maria en jonkvrouwe Elisabeth Margaretha Maria. Pas 8 jaar later wordt de Warande en het huis “De Kluis” door de gemeente aangekocht; het grafeiland blijft nog in handen van de familie. De koopprijs bedraagt 150.000 gulden. In het belang van bewaring van natuurschoon is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Landbouw bereid gedurende 10 jaar een bedrag van 2.750 gulden aan de gemeente te betalen. Hoewel de Warande al langer voor iedereen toegankelijk was is dat met deze aankoop veiliggesteld; de Helmonder kan zijn geliefde zondagswandeling daar blijven maken.
Op het grafeiland bevindt zich ook een grafkelder. Deze kelder was oorspronkelijk met een ijzeren deur afgesloten, maar toen deze door vandalisme werd vernield liet de familie de toegang in 1959 dichtmetselen. De familie wilde graag meer toezicht door de gemeente. De door de gemeente beloofde afrastering rond de begraafplaats werd echter niet aangebracht, wel werd de vijver uitgediept en werd er prikkeldraad langs de poort aangebracht om het betreden te verhinderen. Maar als ’s winters de vijver dichtvroor kon iedereen op het eiland komen. Om de door de gemeente in rekening gebrachte jaarlijkse onderhoudskosten te besparen werd door de familie besloten de begraafplaats aan de gemeente te schenken. Dat gebeurde onder de voorwaarde dat de begraafplaats in stand zou worden gehouden zolang er kinderen van jonkheer Carel Frederik Wesselman van Helmond in leven waren. Deze voorwaarde verviel toen beide bovengenoemde dochters in 1987 overleden. Zo werd de gemeente Helmond op 16 januari 1975 uiteindelijk eigenaar van heel de Warande.
In 2002 werd de dichtgemetseldetoegang geopend en kon men beginnen met de restauratie. Toen bleek dat er 17 personen in deze kelder waren bijgezet. Er bevinden zich 15 afsluitstenen, waarvan de oudste dateert uit 1865 en de jongste van 1918. Hier zijn ook nakomelingen bijgezet van Jacob Arnoud Carp, echtgenoot van Anna Wilhelmina Wesselman van Helmond en de grondlegger van J.A. Carp’s Garenfabrieken. In de opening naar de kelder werd een fraai hekwerk geplaatst. Tussen poort en grafkelder werd een toegangspad aangelegd en er werd een trap gemaakt naar de grafheuvel. Om vandalisme tegen te gaan werd de dam naar het eiland verwijderd zodat met de begraafplaats alleen met een uitneembare brug of met een bootje kan betreden.