Lager onderwijs in Helmond 3
Met de bouw van de Lambertusschool in 1907 konden de broeders de grote behoefte aan katholiek lager onderwijs nog niet vervullen. De vraag bleef groeien.
In 1909 werden in de Molenstraat vier nieuwe lokalen aan de school toegevoegd. Toch barsten de scholen aan de Zuid Koninginnewal en de Molenstraat uit hun voegen. Al in 1912 wordt weer een nieuwe school geopend. Dit keer aan de Weg op de Heuvel. De nieuwe school bevat niet alleen lager onderwijs, maar ook de voortzetting daarvan, de Ulo. Later wordt de Henricusschool enkel gebruikt voor het geven van voortgezet onderwijs. In dat jaar 1912 geven de broeders les aan 941 jongens. De zusters aan de Markt en aan de Noord Koninginnewal hebben 1153 meisjes onder hun hoede. Deze aantallen steken behoorlijk af tegen die van de andere scholen. De Openbare Lagere School telt 116 leerlingen en de Wilhelminaschool 100 leerlingen.
Tot 1920 hebben de broeders de leiding over de katholieke jongensscholen in de stad. Er zijn overigens dan al wel lekenonderwijzers verbonden aan die scholen. In 1920 komt het tot een scheiding tussen de leken- en broederscholen. Die scheiding gebeurt op basis van de twee parochies die Helmond dan rijk is. De Lambertusschool wordt de school voor de H. Hartparochie en zal geleid worden door leken, terwijl de broeders de scholen voor de Lambertusparochie blijven verzorgen. Dat zijn de Henricusschool op de Heuvel en de Jozefschool op de Wal. In de Lambertusparochie wordt in 1922 nog een derde school in gebruik genomen: de St. Nicolaasschool aan de Molenstraat. Volgens de verdeling van 1920 wordt ook deze school geleid door de broeders. De klassenfoto is gemaakt op 12 december 1922. Geportretteerd is de 5e klas met broeder Marcolinus.
De jongens van de H. Hartparochie zaten met hun door leken geleide school nog steeds in de Lambertusschool, die lag in het deel van de stad dat bij de scheiding van 1920 aan de broeders toegewezen was. Pas nadat de Gerardusschool in de Heistraat in 1927 gebouwd was, konden de broeders zelf weer over de Lambertusschool beschikken. De school wordt daarna onherkenbaar verbouwd. Om de verbouwing te bekostigen worden de lage huizen links naast de Lambertusschool gesloopt en worden twee winkel/woonhuizen gebouwd, waarvan de gevel één geheel vormt met de nieuwe gevel van de school. De naam van de verbouwde Lambertusschool wordt Canisiusschool voor lager onderwijs en Ulo. Later wel het Ulo-onderwijs geconcentreerd in de Henricusschool.
In 1961 werd, als voortzetting op het onderwijs aan de Wilhelminaschool, de Wilhelmina-ULO opgericht. Die werd tijdelijk gehuisvest in de al gedeeltelijk leegstaande Nicolaasschool. Ook na de opheffing van de Nicolaasschool in 1963 bleef de ULO in het gebouw. In 1967 werd het nieuwe gebouw aan de Zwanenbeemd in gebruik genomen. Daarna heeft er een deel van de LEAO St. Joris in het gebouw gezeten. Die school heeft sinds de oprichting in 1956 door de hele stad gezworven tot de school zijn vaste plek kreeg aan de Ruusbroeclaan. In 1971 trok de Canisiusschool uit het gebouw aan de zuidkant van de Molenstraat naar het oude gebouw van de Nicolaas aan de noordelijke kant van de straat. In 1980 werd het gebouw van eerst de Lambertus- en later de Canisiusschool gesloopt. Het gebouw van de Nicolaas- later Canisiusschool is in 1995 afgebroken.