De Ronde van Helmond
Helmond – Op zondag 14 augustus 1949 werd de tweede editie van de Ronde van Helmond gereden. De wedstrijd stond geheel in het teken van het sanatorium St. Jozefheil.
De organisatoren hadden er een Nederlands-Belgische wielerkoers van gemaakt. Het traditionele kanonschot bij de start, en de mededeling dat er een premie van wel honderd gulden werd uitgeloofd voor de renner die een ronde uitliep zorgden aanvankelijk voor een opperbeste stemming. Met een gemiddelde van over de 43 stoven de beste coureurs over het parcours. Honderdtwintig kilometer moesten genoeg zijn om een enkele renner het verschil te laten maken, maar niets was minder waar. De renners gaven geen duimbreed toe. Al helemaal niet toen het eerder genoemde bedrag verhoogd werd naar wel tweehonderd gulden. “De Oost-Brabantse wielerfan belust op scherpe demarrages van een Gerrit Schulte, verliefd op de stijlvolle Wim van Est en een tikje beduusd door de klinkende namen van Raymond Impanis, een Nest Sterckx of Dolf Verschuren, misten precies alles wat hen in zo grote getale naar het groots opgezette wielerfestijn had gevoerd. Schulte’s tussensprints droegen niet ver genoeg, van Est kwam in dit gezelschap van vuurvreters op deze korte afstand niet weg en Impanis en Sterkckx waren zonder opgaaf van redenen weggebleven”. Halverwege de koers volgde het absolute dieptepunt. Met een scherpe rush snelde topfavoriet Schulte van de staart naar de kop van het peloton. Juist had hij positie gekozen toen hij een tikje nonchalant omkeek. Gelijktijdig kwam hij met de trottoirband in aanraking. Via het publiek sloeg hij met zijn volle gewicht tegen de klinkers van de Mauritslaan. Op slag viel er een stilte rond het hele parcours, die omsloeg in een trieste stemming onder de naar schatting 25.000 aanwezigen. Schulte gevallen!! Het Rode Kruis kreeg het zwaar te verduren. Want het ongeval bracht zoveel consternatie te weeg dat een vijftal toeschouwers flauwviel. Twee lichtgewonden werden er geteld, maar Schulte voelde zich al weer snel voldoende fit om de veronderstelling uit te spreken dat hij de dag daarna weer zijn rondjes draaien kon. Intussen draaiden de overgebleven renners hun rondjes in een moordend tempo. Geen enkele renner slaagde er in om weg te komen. Zelfs een viertal premiesprints van honderdvijfentwintig gulden bracht hier geen verandering meer in. De eindsprint werd gewonnen door H. Lakeman uit Amsterdam. Niet bekend was wat hij gebruikt had, maar wij gaan er van uit dat deze uitslag geheel legaal tot stand is gekomen.
Foto: F. van Mierlo Fotovisie