Lager onderwijs in Helmond 1
In 2007 werd het hoogste punt bereikt van Cloosterparc. De naam van het wooncomplex herinnert aan de broeders van Maastricht, die er in 1961 hun klooster bouwden, waarna het Ludovicusklooster in de Molenstraat verlaten werd.
De broeders waren echte onderwijsmensen en hebben dan ook veel betekend voor het Helmondse onderwijs. En eigenlijk waren ze pas de tweede keus van de Helmondse pastoor Spierings. Deze laatste liet tussen 1873 en 1875 een school met klooster bouwen aan de Wal. Zijn idee was om de fraters van Tilburg onderwijs te laten geven aan de Helmondse jongetjes. Toen de school klaar was bleek Tilburg echter te weinig fraters te hebben om de school in Helmond te starten. Vijf jaar werd er gezocht naar waardige vervangers en die werden gevonden in de broeders van Maastricht.
Zij trokken in het gebouw dat nu bekend staat als Mater Dei aan de Zuid-Koninginnewal. Het klooster kreeg de naam Ludovicus naar de oprichter van de Maastrichtse congregatie. In datzelfde gebouw begonnen ze met het geven van onderwijs. Hun onderwijs was een groot succes. De broeders moesten steeds meer van hun kloosterruimte opgeven ten behoeve van het onderwijs. In 1899 verlieten ze het gebouw helemaal om naar het nieuwe klooster aan de Molenstraat te gaan. Vanaf die tijd wordt de school aan de Wal de St. Jozefschool genoemd.
In de gemeenteverslagen, die we vanaf 1851 hebben, is de enorme groei van het onderwijs duidelijk te volgen. In 1851 zijn er slechts enkele scholen in Helmond. Er is de oude stadsschool, die dan openbare school heet. Daar geven een hoofdonderwijzer en twee mannelijke onderwijzers les aan 72 jongens en 34 meisjes. Daarnaast is er de katholieke meisjesschool in het klooster aan de Markt. Het verslag zegt niet hoeveel zuster-onderwijzeressen er zijn, wel wordt het aantal meisjes genoemd waaraan les gegeven wordt, namelijk 163. In augustus van dat jaar is onderwijzer P. van Luijtelaar met een eigen particuliere school begonnen. Daar volgen in het eerste jaar meteen al 57 jongens en 8 meisjes onderwijs. En dat allemaal in één groep. Deze laatste school bestaat overigens niet lang. De heer Van Luijtelaar vertrekt in 1853 uit de gemeente en dan moeten de kinderen elders hun onderwijs vervolgen. Dat is alles wat er op de leeftijd tussen 6 en 12 jaar aan dagonderwijs wordt gegeven. Er is nog wel een “kleine kinderschool” met 263 kinderen en de Latijnse School waarop, schrik niet, helemaal 11 leerlingen zitten. Buiten het dagonderwijs is er ook nog de mogelijkheid van de zondagschool waar kinderen terecht kunnen voor parttime onderwijs. De zondagschool in de openbare school wordt door 263 kinderen bezocht en die in het klooster door 145 leerlingen.
In de jaren daarna zal het aantal leerlingen dat onderwijs volgt snel groeien. Vanaf 1861 kent Helmond Ulo-onderwijs. Als de broeders in 1880 in Helmond arriveren, beginnen zij de derde bijzondere school voor lager onderwijs. Behalve de Roomskatholieke meisjesschool in het klooster, die in 1839 is opgericht, kent Helmond sinds 1868 ook het bijzonder neutraal onderwijs, de latere Wilhelminaschool. In totaal, dus met de openbare school erbij, geven de onderwijsinstellingen lager onderwijs aan 446 jongens en 460 meisjes. Naar de zondagschool gaan nog eens 122 kinderen. Er is duidelijk een verschuiving te zien naar het dagonderwijs. Maar Helmond is er nog niet. Er zullen nog heel veel scholen bijkomen. En op een gegeven moment breekt er zelfs een schoolstrijd los tussen broeder- en lekenonderwijzers. De laatsten vinden de invloed van de broeders te groot. Zij willen scholen waar ze zelf les kunnen geven. Op de foto leerlingen van de broederschool op de Wal rond 1895. Vermoedelijk gaat het om een zangkoortje. De kinderen worden geflankeerd door twee broeders van de congregatie van Maastricht.