Sinterklaas 1
De komst van Sinterklaas leidt bij veel kinderen tot behoorlijk wat spanning. De schoenen worden netjes gepoetst, zodat de Sint er bij het verwijderen van wortel, suiker en hooi uit de schoen geen opmerkingen over kan maken. Er worden tekeningen gemaakt en prachtige brieven geschreven. Die brieven worden vaak keurig in een envelop gedaan en naar de Sint gestuurd.
Kinderen deden dat ook al een kleine honderd jaar geleden. Want zo oud is de schoolplaat, die als een soort strip het verhaal vertelt van de brief van een jongetje aan de Sint. Het is het bekende verhaal met variatie van een arm, maar braaf jongetje. Op het eerste plaatje staat het arme jongetje, hij heeft nog niet eens een jasje aan. Bij de brievenbus vraagt hij een rijke meneer, met een bolhoed en een jas met een bontkraag, om voor hem de brief aan Sinterklaas te posten. En die rijke man is ook braaf. Hij beseft dat Sinterklaas niet zo veel zal kunnen doen voor het arme jongetje. Op het volgende plaatje zit de rijke meneer met de brief van de jongen in zijn luxe woonkamer. Hij besluit met zijn vrouw om de Sint te gaan helpen. Vervolgens gaat hij met zijn, al even chique geklede, vrouw en Sinterklaas naar een speelgoedwinkel en zoekt daar cadeaus uit. Het laatste plaatje toont het arme jongetje weer, maar nu thuis, met zijn moeder in een veel armoediger kamer. Het jongetje danst met een zak met knikkers in de hand. Moeder kijkt verbaasd in de doos met cadeaus en naar het boekje erbij met de titel “Voor zoete jongens”.
Deze schoolplaat komt uit de collectie van de Trudoschool uit Stiphout. Een hele serie schoolplaten die vroeger op die school gebruikt werd. Die schoolplaten waren de televisie en computer van oudere generaties schoolkinderen. Dit is een plaat die gebruikt werd bij het taalonderwijs. De methode heette “Het vrije stelonderwijs” waarbij kinderen een soort van opstellen moesten schrijven. De plaat werd voor de klas gehangen om de kinderen inspiratie te geven bij het schrijven van een verhaaltje. Het is echter de vraag of het verhaal aansloot bij de belevingswereld van de Stiphoutse kinderen van die tijd. Zouden er in het dorp speelgoedwinkels zijn geweest? De methode werd ontwikkeld door J. Klootsema en A. Brands in 1915 en werd uitgegeven door Uitgeverij Noordhoff in Groningen.
De ouderdom is de plaat wel aan te zien. Er is vochtschade en de plaat staat wat bol, maar het stripverhaal is te leuk om het niet te laten zien.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, collectie Trudoschool, Stiphout.
