Wassend water treft Stratumseind.
In januari 1926 werden Frankrijk, België, Duitsland en Nederland getroffen door een watersnoodramp. Langdurige regenval in het stroomgebied van de Maas en Rijn en de milde temperaturen in de sneeuwgebieden, wat veel smeltwater tot gevolg had, waren de veroorzakers van de malaise. Op vele plekken langs de Maas en Waal bezweken de dijken.
Ook Eindhoven kreeg natte voeten. Het water uit de Dommel en de Gender had het met name op het Stratumseind voorzien. De bewoners van het Stratumseind hadden het wassende water al verwacht en waren tevoren druk geweest met de inboedel naar de 2de verdieping te verkassen.
Pianohandel van Liebergen had in grote haast alle piano’s en orgels op stelten gezet. Ondertussen stroomde in kolkende vaart de Dommel met zo veel kracht dat de brug ervan trilde. De achter de Plekhoek liggende leerlooierijen en fabrieken overstroomden geheel. Echt dramatisch waren de taferelen op de Studentenweide, het huidige Stadhuisplein. Hier stond het water in de kleine arbeidershuisjes tot 70 à 80 centimeter hoog. Uit een van de woningen moest een kraamvrouw in zorgelijke toestand worden geëvacueerd. Vier potige mannen in baggerlaarzen brachten de zieke vrouw naar de Rode Kruisauto, alwaar twee zusters van de wijkverpleging zich over haar ontfermden. Naast ellende zorgde het water ook voor veel plezier. Ravottende kinderen renden over de plankieren die in de straten waren gelegd. ’s Avonds de vrachtwagens en de personenauto’s met gloeiende lichten door de plassen te zien spatten is een prachtig gezicht, aldus de correspondent van de Meierijsche Courant.