Pokken bederven Philipsfeest
In 1975 werd in Nederland de pokkeninenting afgeschaft. Al aan het einde van de achttiende eeuw had de koepokinenting zijn intrede gedaan. De oorsprong van de koepokinenting in de regio Eindhoven gaat terug naar het midden van de negentiende eeuw.
Johannes Schmitz entte vele kinderen en volwassenen in die zo tegen de gevreesde ziekte werden beschermd. Opmerkelijk genoeg kwamen de armelui het eerst aan de beurt. Dit kwam omdat Schmitz armendokter was én omdat de hogere klassen aanvankelijk enige argwaan koesterden tegen deze nieuwe praktijken. Toen bleek dat er van schadelijke bijwerkingen geen sprake was, lieten ook zij hun kinderen inenten. De besmettelijke ziekte bleef echter tot ver in de twintigste eeuw de kop opsteken en slachtoffers maken.
Een opmerkelijk slachtoffer is de jarige firma Philips die in mei 1951 het 60-jarig bestaan groots vierde met de opening van de sprookjestuin in het Stadswandelpark en de onthulling van het standbeeld van Anton Philips. De bijbehorende feestelijke receptie werd afgelast vanwege een pokkenuitbraak in Tilburg en Geldrop. Samenscholingen van grote groepen mensen waren namelijk onwenselijk vanwege het zeer besmettelijke karakter van de ziekte. In allerijl werd in Eindhoven onder leiding van de GG & GD een grootse inentingscampagne op poten gezet om verspreiding van de ziekte te verhinderen. Eindhoven bleef gelukkig gevrijwaard van de pokken. Eind jaren zeventig verdween deze ziekte van het wereldtoneel.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.