Terug naar toen: Hondenleven
In het jaar 1962 wordt het gebruik van trekhonden in Nederland verboden. Overigens waren er toen nog maar een handjevol honden als zodanig aan het werk. De trekhond had al steeds vaker plaats moeten maken voor de bakfiets en nog later voor de auto die steeds meer het straatbeeld ging domineren.
Het leven van een trekhond was bepaald geen sprookje. De honden werden vaak in slechte omstandigheden gehouden en moesten even zo vaak veel te zware lasten trekken. Dag in, dag uit en in alle weersomstandigheden. Bovendien werden de honden vaak mishandeld, was het niet door hun baas dan wel door straatschoffies die de weerloze want ingespannen honden maar wat graag treiterden.
Dit alles was de reden voor de komst van de Trekhondenwet in 1911. Trekhondenhouders moesten zich bij de gemeente laten registreren en een vergunning aanvragen. Voortaan werden allerhande eisen gesteld aan het tuigje en de kar. Het was verboden om drachtige of zieke viervoeters in te spannen. De hond moest minimaal één jaar oud zijn en een schofthoogte hebben van minstens 60 centimeter. Op de kar moest een propere drinkbak aanwezig zijn evenals een ligplank zodat de hond kon gaan liggen als daar de gelegenheid voor was. In de praktijk veranderde het welzijn van de trekhond lange tijd nauwelijks. Vaak werd een oogje dichtgeknepen bij controles die uitgevoerd worden door politieagenten die doorgaans niet veterinair waren onderlegd.
Sinds enkele jaren zijn er weer hondenkarretjes te koop, in alle soorten, maten en prijsklassen. Maar de rollen zijn nu omgedraaid. Nu laat de viervoeter, inmiddels volwaardig lid geworden van het gezin, zich als een prins vervoeren. Het baasje trapt zich dapper in het zweet ...............