De HBS-kwestie
Sinds 1867 bestaat er in Helmond een Rijks HBS met driejarige opleiding.
Deze school blijft in die tijd klein, omdat de katholieke fabrikanten hun zoons liever naar een katholieke kostschool of een priesteropleiding zenden dan naar deze rijksinstelling. Verder schijnt de school een bolwerk te zijn van anti-paapse progressiviteit, aldus de katholieken. Het ontbreken van een eigen jongens-HBS wordt de katholieke bovenlaag in toenemende mate een doorn in het oog.
Als in 1913 de gemeenteraad van Helmond besluit de HBS een subsidie te verlenen van jaarlijks 5000,- gulden zodat de HBS een volwaardige 5-jarige opleiding kan bieden, komen de katholieken in opstand. Zij willen deze subsidie zelf gebruiken om een eigen Rooms-Katholieke Hoogere Burgerschool te beginnen. Dit plan is uiteindelijk weggestemd met 8 stemmen tegen en 7 stemmen voor in de gemeenteraad mede door gematigde katholieken.
Uiteindelijk werd in 1919 een Rooms-Katholieke Burgerschool gesticht, gefinancierd door de fabrikanten van katholieke afkomst in Helmond onder de naam Carolus Borromeus College.