Een dorpsschool in de 18de eeuw
Het onderwijs in de 18de eeuw was heel anders dan nu. In plaats van klassikaal les te geven, zat de schoolmeester achter zijn katheder, handhaafde min of meer de orde, voorzag de leerlingen van schoolbehoeften en zette ze vervolgen aan het werk. De kinderen zaten op bankjes of op de grond en werkten individueel. Dit werken kon bestaan uit spellen, spellend lezen en lezen. Dit ging allemaal half hardop, dus was het een geroezemoes van belang. De kinderen die al konden lezen mochten gaan schrijven. Dat waren er meestal niet zoveel. Enkele keren per dag riep de meester zijn leerlingen naar zijn lessenaar, meestal in groepjes van drie. Dan liet hij hen het geleerde opzeggen of voorlezen. Wie het niet goed deed, kreeg een paar venijnige tikken op de handpalmen met de plak, een houten stok met een breed uiteinde.
De dorpsschool (ook wel De schoolmeester genoemd).
Bronvermelding: paneel uit 1662 door Adriaan van Ostade. Muséé du Louvre, Parijs.