Binnen Parallelweg 16-20
In 2012 is in deze rubriek de geschiedenis van de Binnen Parallelweg in Helmond onderzocht voor het stuk vanaf het station tot en met de fabriek van Everts en Van der Weijden. Ook de geschiedenis van het tweede gedeelte van de straat werd voor een groot deel bepaald door de ligging aan het spoor. Dat zorgde voor een gemengde bebouwing van woonhuizen en fabrieken, maar ook van hotels en pensions.
De geschiedenis van bebouwing en bewoning in dit tweede deel van de straat zal de komende tijd aan bod komen. Voor de panden met de huisnummers 16 tot en met 20 begint het verhaal in 1887. Fabrikante Hendrika Raymakers, weduwe van Wijnandus Franciscus Prinzen en firmante in de firma Prinzen en Van Glabbeek koopt enkele weilanden van boer Berkers en bouwt daarop vier huizen. Er blijft een stuk grond over, waarop slechts een bergplaats wordt gebouwd. De panden blijven in het bezit van leden van de familie Prinzen tot Louisa Teulings, weduwe van Antonius Prinzen in 1915 tot verkoop overgaat. Zij is nadat haar man in 1900 was overleden, in 1907 naar Den Haag vertrokken en hertrouwd met notaris en archivaris August Sassen.
Na die verkoop gaat de geschiedenis van de panden uit elkaar lopen. Alphons Blaakmans koopt de grond met de bergplaats en bouwt daarop het pand 16. Later is het nog verschillende keren verbouwd en vergroot. Na de oorlog zat er pension Van de Kerkhof. De andere huizen bleven in dezelfde staat, maar kregen verschillende eigenaars. Ze dienden als huurwoningen, waarvan de bewoning in bepaalde periodes bijna jaarlijks van bewoner wisselde, terwijl er daarna weer jarenlang dezelfde huurder woonde. Een goed voorbeeld is nummer 18. In de periode 1925-1941 kende het pand dertien hoofdbewoners. Daarna kwam er een echtpaar wonen. En dat echtpaar woonde lang in het huis. Nadat de man in 1961 overleed, bleef zijn weduwe er nog vier jaar wonen. In 1965 ging ze naar bejaardenhuis Rozenhof.