Systeem textielbonnen augustus 1940
puntenwaardering van enkele textielgoederen
------------------ rood blauw bruin groen
badmantel 30 30 15 15
blouse --- 9/19 --- 5/0
borstrok, hemd, etc. 9/14 --- 4/6 ---
broek 23 9/18 12 6/10
complet (jurk + mantel) --- 30/65 --- 20/45
pak (jas + broek + vest) 70 --- 45 ---
gebreid vest 28 12/24 14 9/14
slipover 21 9/18 10 5/10
jurk --- 20/36 --- 12/22
blazer, colbert 37 --- 25 ---
sportjasje --- 13/32 --- 9/25
lappen stof meter 5/10 5/10 5/10 5/10
kousen, lang en 3/4 5/8 5/8 3/5 3/5
nachthemd 16/30 14/22 10/17 10/17
overhemd 13/20 --- 11/18 ---
trui 35 35 20 20
regenjas 56 45 40 36
windjack 25 25 15 15
lange stofjas 35 35 26 26
handbreigaren 5 5 5 5
badhanddoek 10 10 10 10
bedlaken 5/10 5/10 5/10 5/10
deken 10 10 10 10
dweil 10 10 10 10
tafellaken 5/10 5/10 5/10 5/10
NB: bij punten gescheiden door een schuine streep, geeft het aantal voor de streep het benodigde aantal punten aan als het artikel van kunstzijde is gemaakt en achter de streep het benodigde aantal punten als het artikel van enig ander materiaal is gemaakt.
soort bonnen
rood mannen 15 jaar en ouder
blauw vrouwen 15 jaar en ouder
bruin jongens onder 15 jaar
groen meisjes onder 15 jaar
grijs toeslagkaart
De rode, blauwe, bruine en groene bonnen zijn strikt persoonlijk, maar zaken als beddengoed, kunt gekocht worden met bonnen van alle kaarten.
Als leeftijdsgrens geldt de leeftijd op 5 augustus 1940.
Iedere bonkaart telt 100 punten. Ieder kledingstuk heeft zijn eigen waarde, die ook nog eens per kleur van de bon kan verschillen.
De kaarten zijn geldig van 5 augustus 1940-1 februari 1941. De geldigheidsperiode is verdeeld in twee termijnen. De eerste termijn loopt tot 1 november, de tweede tot 1 februari. In de eerste periode mogen 40 punten verbruikt worden, in de tweede 60. Punten die uit de eerste periode overblijven, zijn geldig voor de tweede periode.