Wesselman en de Zuid- Willemsvaart
Helmond, het kasteel en de Zuid-Willemsvaart, of – zoals de Helmonders zeggen “de k’naal” – zijn nauw met elkaar verbonden.
Helmond dankte zijn opkomst als industriestad in de negentiende eeuw voor een groot gedeelte aan dit kanaal. De Zuid-Willemsvaart diende als aanvoer én afvoerweg voor de producten die in Helmond gemaakt werden. Daarom werden er zoveel fabrieken langs het kanaal gebouwd.
Het feit dat de Zuid-Willemsvaart door Helmond kwam te lopen en zo vlak langs het kasteel is vooral te danken (of te wijten) aan vader en zoon Carel Frederik I en Carel Frederik II Wesselman. Carel Frederik I had zich al eens eerder sterk gemaakt voor het bevaarbaar maken van de Aa en gold als een deskundige op het gebied van landbouw en waterhuishouding. Daarom werden zij om advies gevraagd, toen koning Willem I rond 1820 plannen maakte voor een kanaal van “s-Hertogenbosch naar Maastricht. Zij adviseerden de koning het kanaal aan te leggen langs de Aa in plaats van langs de Dommel. De gravers konden dan gebuik maken van de buitengrachten van het kasteel. Een bijkomend voordeel voor de Wesselmannen was, dat het kanaal dan langs hun eigen fabriek kwam te liggen.
En zo gebeurde. In 1823 werd, vooruitlopend op de opening van het hele kanaal, het gedeelte ’s-Hertogenbosch-Helmond voor de vaart opengesteld.
Briefhoofd van de firma Bogaers, in 1811 opgericht als Wesselman, Bogaers en Sanders, aan de Zuid-Willemsvaart.