Vaarten, al was er maar eene
Iedere Peelbewoner kent het riviertje zoals het in zijn dorp wordt genoemd, maar weet u over welk stroompje ik het heb als ik zeg “de Aa?”
De Aa is een riviertje in het oosten van Noord-Brabant. Men gaat ervan uit dat de Aa na de laatste IJstijd is ontstaan. Dat zou dus betekenen dat het 10.000 jaar oud is. Het riviertje ontspringt bij Nederweert. Bij Asten komt er de Astense Aa bij. Bij Lierop komt er de Kleine Aa in uit. Als Nieuwe Aa loopt de stroom dan ten oosten van het centrum van Helmond. Via een duiker wordt het riviertje onder de Zuid-Willemsvaart doorgeleid en stroomt het nu uit in het omgeleide kanaal ten noorden van Helmond. Daar ontmoet de Nieuwe Aa ook de Bakelse Aa. Bij Beek en Donk verlaat de Aa het kanaal weer en stroomt via Erp, Veghel, Heeswijk-Dinther en Berlicum naar ’s-Hertogenbosch om hier samen met de Dommel de Dieze te vormen die uitstroomt in de Maas. Van veel riviertjes in de regio is aangetoond dat hun huidige loop niet van natuurlijke oorsprong is. Om de handel en de industrie er te bevorderen waren er al eeuwenlang plannen om in oostelijk Noord-Brabant een waterweg aan te leggen. Jan Knops, een ambtenaar bracht deze wens rond 1800 zo onder woorden: “Door vaarten, al was er maar eene, zou de Meijerij in weijnige jaaren tot den grootsten voorspoed komen”. Carel Frederik Wesselman, de Helmondse kasteelheer, zag er wel wat in om hiervoor de Aa te gebruiken. Deze had minder bochten dan de Dommel en er stonden minder watermolens. Dit was een voordeel. De Peel kon ontsloten worden voor de turfwinning. Deze zou dan, net als andere industrieproducten vervoerd kunnen worden in het gebied tussen ’s-Hertogenbosch en Maastricht. In 1817 werden er langs het uitgestippelde tracé door de Franse ingenieur Sermoise metingen en boringen verricht. Zijn bevindingen legde hij vast in een Peilregister genaamd “La nivellation de la vallee de l’Aa.” Het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven bezit van dit register een eigentijdse kopie. Sermoise was een vaardig kunstschilder. Hier ziet u de watermolen van Stipdonk, een van de aquarellen van zijn hand die hij ook in het register opnam.