Het Eindhovense infuusdrama
In 1966 was het oude Diaconessen-Ziekenhuis aan de Parklaan het toneel van een ernstig en fataal drama.
In korte tijd stierven in het ziekenhuis geheel onverwacht vier vrouwen aan complicaties na een operatie. Dit dodental had nog hoger uit kunnen pakken, ware het niet dat snel handelen van de medische staf dit voorkwam. Na de plotselinge dood van de eerste patiënte werd meteen een onderzoek ingesteld. Nog drie andere vrouwen met dezelfde complicaties na een operatie kwamen te overlijden. De gebruikte infuusvloeistof kwam al snel als belangrijke verdachte naar voren. Deze bleek niet steriel maar verontreinigd. Doordat de oorzaak zo snel gevonden was, konden meer doden worden voorkomen. Twee andere patiënten in het ziekenhuis konden daardoor ternauwernood worden gered. De ramp had makkelijk veel groter kunnen worden. Niet alleen het Diaconessen-Ziekenhuis maar ook het ziekenhuis in Geldrop had een voorraad van deze dodelijke vloeistof.
De verslagenheid in Eindhoven was groot. In de gemeenteraadsvergadering werden een paar minuten stilte in acht genomen nadat burgemeester Witte enkele woorden aan het drama wijdde. ‘De tragiek van hun dood spreekt te sterker aan, omdat zij gestorven zijn aan hulp, die aan hen geboden werd.’[…] Opnieuw is gebleken hoe beperkt het menselijk vernuft, de menselijke techniek is.’
Vervolgens werd geprocedeerd en gesteggeld over de schuldvraag. Lag die geheel bij het farmaceutische bedrijf, de producent van de vloeistof, of had ook de ziekenhuisapotheker alle inkomende geneesmiddelen moeten controleren en testen? Drie medewerkers van het chemiebedrijf werden door justitie ter verantwoording geroepen. Ze verklaarden evenwel zich verantwoordelijk te voelen voor de gemaakte fouten, doch zichzelf geen verwijt te maken. Nog steeds was namelijk niet aangetoond welke fout er waar in het productieproces was gemaakt. Een fout die vier levens kostte en even zovele gezinnen verwoestte.