Hoogstraat: hoe Lebesque en Lambertus elkaar ontmoeten
De Hoogstraat was tot 1920 een van de hoofdwegen van Gestel. Een opvallende aanwezigheid daarin is de Lambertuskerk met de ernaast gelegen pastorie. Deze pastorie, genaamd Villa St. Lambert, is sinds 1993 de thuisbasis van de firma Lebesque. Lebesque verwierf faam met de verkoop van perzische tapijten, maar behelst nu veel meer.
Sint Lambertus
Op het eerste gezicht lijken Lebesque en Lambertus niets met elkaar van doen te hebben. Toch zijn er overeenkomsten. Sint Lambertus is, zoals de naam doet vermoeden, de patroonheilige van de Lambertuskerk en de voormalige pastorie Villa St. Lambert. Deze heilige werd geboren in Maastricht. Het geboortejaar is niet zeker, maar ligt waarschijnlijk rond 638. In 670 werd hij bisschop van Maastricht. Hij hield zich vooral bezig met het uitdragen van het christelijke geloof, niet alleen in Limburg, maar ook in Brabant. Op 17 september 706 werd Lambertus in Luik bruut vermoord met een lans. De Heilige Lambertus was ook patroonheilige van de gemeente Gestel en Blaarthem. In 1818 kreeg de gemeente een nieuw wapen met een beeltenis van de Heilige Lambertus met lans. Behalve patroonheilige is Lambertus ook de patroon van de textielarbeiders. Hier vinden we de overeenkomst met Lebesque. Want behalve woninginrichting en interieurarchitectuur verricht Lebesque ambachtelijk werk in haar naaiatelier en meubelstoffeerderij.
Sint Lambertus, patroonheilige van Gestel en Blaarthem, den Lambertuskerk en de textielarbeider.
100 jaar Lebesque
Lebesque is een familiebedrijf met een 100 jaar oude historie. In 1907 start Wim Lebesque sr. een zaak aan de Demer. Op het pand stond geschreven Siert uw woon. Dit lieten velen dan ook doen: Lebesque profiteerde van de komst van Philips en DAF naar Eindhoven. Vanaf de jaren ’30 van de vorige eeuw krijgt Lebesque het moeilijk. Niet alleen de dreigende oorlog, maar ook het plotselinge overlijden van de echtgenote van Wim Lebesque sr. zorgen voor tegenslagen. Hun zoon Wim Lebesque jr. komt in 1937 al op 17-jarige leeftijd in het bedrijf. Hij hoeft gelukkig niet naar het front, waardoor de zaak door kan blijven draaien. Het Sinterklaas-bombardement van 6 december 1942 vaagt de winkel van Lebesque weg van de Demer. Via een aantal omzwervingen komt de firma uiteindelijk in een noodwinkel aan de Hooghuisstraat terecht. In 1951 verhuist Lebesque naar het statige pand op de hoek van het Stationsplein met de Dommelstraat. De firma verblijft daar ruim 40 jaar totdat ze in 1993 besluit het centrum van Eindhoven te verlaten. Een van de redenen is het parkeerprobleem: Lebesque vergoedt haar klanten namelijk duizenden guldens aan parkeerboetes. De Eindhovense woninginrichter strijkt uiteindelijk neer in opnieuw een prachtig pand. Deze keer aan de Hoogstraat: Villa St. Lambert. Lebesque is in die 100 jaar altijd een familiebedrijf gebleven. In 1949 nam Wim Lebesque jr. de zaak over van zijn vader. Zijn zoon Marcel Lebesque komt in 1980 in de zaak en zwaait de scepter sinds 1992.
Van links naar rechts: Wim Lebesque sr. met zijn vrouw. De pastorie van de Lambertuskerk, Villa St. Lambert, is sinds 1993 de thuisbasis van de Lebesque Persoonlijke Interieurs. Feestelijke inrichting van het koetshuis van Lebesque ter gelegenheid van de viering van hun 100-jarig bestaan.
Label Lebesque
Het klassieke perzische tapijt wordt in het geheugen van velen nog vaak geassocieerd met Lebesque. Dat Lebesque nu komt met een eigen design meubellijn doet bij sommigen de wenkbrauwen willicht even fronsen. Lebesque heeft echter een goede samenwerking gevonden met jonge getalenteerde ontwerpers afgestudeerd aan de Design Academy van Eindhoven. In april presenteert Lebesque in Milaan de nieuwe meubellijn onder de naam “Label Lebesque”. Een voorproefje van deze lijn was al te zien tijdens de Dutch Design Week van 2007 in het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven en tijdens de Lebesque Centennium Feestweek afgelopen december. Tijdens deze feestweek werd het 100-jarig bestaan gevierd met een Drink, Dine & Design festijn in de pastorie en het koetshuis.
De Lambertuskerk
De Hoogstraat is een lang lint met bebouwing vanaf de Grote en Kleine Berg tot aan het Franz Leharplein. Het was de invalsweg vanuit België en de Kempen naar Eindhoven. De weg liep over een hoge zandrug en men zegt dat de Hoogstraat hier haar naam aan te danken heeft: ze lag namelijk hoger dan de parallel gelegen Laagstraat. Als we door de Hoogstraat rijden vinden we nog enkele andere bijzondere panden. De Lambertuskerk is daar een van. Dat deze kerk er nog staat is te danken aan een groep parochianen die de kerk in 1972 ruim twee maanden bezette als protest tegen dreigende sluiting door het bisdom. Met resultaat: de sluiting en sloop werden afgewend. Nu is de kerk zelfs een rijksmonument. De kerk dateert van 1910 en is een neogotische kruisbasiliek. Zowel de kerk als de pastorie is van architect Wolter te Riele. Deze architect heeft een jaar in de leer gezeten bij Pierre Cuypers te Amsterdam, de architect van het Rijksmuseum en het Centraal Museum alsook van de Eindhovense Catharinakerk. In 1909 werd opdracht gegeven voor de bouw van de Lambertuskerk, omdat de toen bestaande kerk te klein werd voor de alsmaar groeiende gemeente Gestel en Blaarthem. Deze in 1833 gebouwde kerk in Waterstaatstijl werd daarom afgebroken. De pastorie behorende bij de voormalige Lambertuskerk stond in tegenstelling tot de huidige pastorie links van de kerk.
Links: de voormalige Lambertuskerk uit 1833 werd begin 1900 afgebroken voor de bouw van de huidige kerk. Rechts: de huidige Lambertuskerk van architect Wolter te Riele, gebouwd in 1910.
De invloed van familie Kerssemakers op de Hoogstraat
Rechts naast de pastorie staat het klooster van de Zusters van Liefde. Dit klooster werd met geld en grond van de familie Kerssemakers mogelijk gemaakt. In 1884 werd het klooster in gebruik genomen door zusters uit Schijndel. Zij zetten zich in voor onderwijs, verpleging en daklozen. In 1980 verlaat de orde het klooster. Nu wonen en werken er verschillende organisaties die zich inzetten voor de medemens. De familie Kerssemakers was een belangrijke bron van inkomsten voor de inwoners van Gestel. Twee fabrieken zorgden voor werkgelegenheid: komend vanaf het centrum lag aan de linkerkant van de Hoogstraat de textielfabriek G. Kerssemakers en Zonen (rechts naast het huidige Ritahuis) en voorbij het huidige Franz Leharplein lag aan de rechterkant de sigarenfabriek Keraco. Deze naam was samengesteld uit de naam Kerssemakers-Rath & Co. Het eerdergenoemde Ritahuis vinden we op nummer 231. Het is de voormalige villa van fabrikant Jacques Kerssemakers. Toentertijd droeg de villa de naam Kera. De villa is een rijksmonument en herbergt nu een vrouwenopvang. Rechts van deze villa stond de textielfabriek. In deze fabriek werd linnen en damast geweven. In 1930 brak er brand uit in de fabriek, die weer werd opgebouwd met behoud van de oorspronkelijke gevel. Uiteindelijk moest de fabriek toch wijken voor de komst van de rondweg. Verderop in de Hoogstraat stond de sigarenfabriek Keraco, die in 1946 werd opgeheven. Het duurde tot 1970 voordat het pand werd afgebroken. Tegenover de sigarenfabriek woonde Jan Kerssemakers in een villa.
Links: de voormalige Lambertuskerk uit 1833 werd begin 1900 afgebroken voor de bouw van de huidige kerk. Rechts: de huidige Lambertuskerk van architect Wolter te Riele, gebouwd in 1910.
De invloed van familie Kerssemakers op de Hoogstraat
Rechts naast de pastorie staat het klooster van de Zusters van Liefde. Dit klooster werd met geld en grond van de familie Kerssemakers mogelijk gemaakt. In 1884 werd het klooster in gebruik genomen door zusters uit Schijndel. Zij zetten zich in voor onderwijs, verpleging en daklozen. In 1980 verlaat de orde het klooster. Nu wonen en werken er verschillende organisaties die zich inzetten voor de medemens. De familie Kerssemakers was een belangrijke bron van inkomsten voor de inwoners van Gestel. Twee fabrieken zorgden voor werkgelegenheid: komend vanaf het centrum lag aan de linkerkant van de Hoogstraat de textielfabriek G. Kerssemakers en Zonen (rechts naast het huidige Ritahuis) en voorbij het huidige Franz Leharplein lag aan de rechterkant de sigarenfabriek Keraco. Deze naam was samengesteld uit de naam Kerssemakers-Rath & Co. Het eerdergenoemde Ritahuis vinden we op nummer 231. Het is de voormalige villa van fabrikant Jacques Kerssemakers. Toentertijd droeg de villa de naam Kera. De villa is een rijksmonument en herbergt nu een vrouwenopvang. Rechts van deze villa stond de textielfabriek. In deze fabriek werd linnen en damast geweven. In 1930 brak er brand uit in de fabriek, die weer werd opgebouwd met behoud van de oorspronkelijke gevel. Uiteindelijk moest de fabriek toch wijken voor de komst van de rondweg. Verderop in de Hoogstraat stond de sigarenfabriek Keraco, die in 1946 werd opgeheven. Het duurde tot 1970 voordat het pand werd afgebroken. Tegenover de sigarenfabriek woonde Jan Kerssemakers in een villa.
Links: de textielfabriek van G. Kerssemakers en Zonen aan de Hoogstraat nummer 233. Rechts: in 1930 ontstond brand in de linnenweverij van Kerssemakers. De fabriek werd na de brand weer opgebouwd, maar verdween uiteindelijk voor de komst van de rondweg.
Spoorweghuisje en het Rozenknopje
Als we weer terugrijden richting het centrum zien we aan de linkerkant nog een spoor van wat vroeger de spoorlijn van Eindhoven naar Hasselt was. Deze spoorlijn werd Bels lijntje of ook wel het Valkenswaards lijntje genoemd en had op zijn route meerdere overgangen. De spoorlijn werd in 1866 geopend en in 1959 gesloten. Een van deze overgangen werd bewaakt door het spoorweghuisje nr. 38 op de hoek van de Hoogstraat met de Hagenkampweg. Overwegwachter Jan Hagen bediende jarenlang de overwegbomen. Dit spoorweghuisje staat er nog dankzij actie van oplettenden. Op de spoorlijn stonden meer van dit soort huisjes, bijvoorbeeld de stationshalte “Gestel” had nr. 37 en kruiste de Genneperweg bij de Scheidingsstraat. De laatste wachter van dit huisje was de heer van Heertum. Nog verder terug richting het centrum vinden we op de hoek van de Gestelsestraat café en theaterzaal ’t Rozenknopje. In 1896 begon Gerardus Kneepkens een kroeg, die destijds alleen nog maar op de begane grond was. In 1905 bouwde hij een verdieping boven op het pand. Op deze verdieping hadden vele verenigingen hun thuisbasis, waaronder zang- en toneelvereniging Het Rozenknopje. Hieraan dankt de uitspanning haar naam.
De spoorwegovergang van de lijn Eindhoven-Valkenswaard-Hasselt ter hoogte van de Hagenkampweg. Op de achtergrond het spoorweghuisje dat nu nog in de Hoogstraat staat met nummer 37.