De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst
In februari 1919 neemt de Eindhovense gemeenteraad een eerste aanzet tot de instelling van een gemeentelijke geneeskundige dienst door de aanstelling van een gemeente-geneesheer.
Dr. H. Spoorenberg werd verantwoordelijk voor de geneeskundige armenzorg, de bedrijfsgeneeskundige dienst voor de gemeente en de openbare gezondheidszorg. Onder de laatstgenoemde viel onder meer de voorkoming en bestrijding van besmettelijke ziekten en de doodschouw, een politietaak. Pas vanaf 1926 kan echt gesproken worden van een Gemeentelijke Geneeskundige Dienst, omdat vanaf dan de dienst geheel zelfstandig gaat functioneren met aan het hoofd Dr. Spoorenberg, maar nu in de functie van geneesheer-directeur. Vanaf 1931 gaat de GGD zich ook toeleggen op zieken- en gewondenvervoer en krijgt zij de beschikking over één auto en één chauffeur. Daarmee ziet de ambulancedienst in Eindhoven het levenslicht. Voordien werd dankbaar gebruik gemaakt van de speciaal geprepareerde fietsen van de politie. De verlengde fiets uitgerust met een afsluitbare kist was bestemd voor het vervoer van overledenen. De andere was bestemd voor zieken- of gewonden vervoer. Ondanks de aangebrachte vering bood het karretje de vervoerde, toch al niet in goeden doen, weinig comfort. Een fietsrit naar het dichtstbijzijnde hospitaal over Eindhovens beklinkerde en drukke wegen was voor de zieke dan ook geen pretje. Al in het eerste jaar maakte de ambulanceauto meer dan 500 ritten. En daar valt ook niet meer tegenop te fietsen natuurlijk.