Het Labrehuis
In het najaar van 1945 neemt pater Augustijn Marcellus Francissen het initiatief om in Eindhoven een opvanghuis voor dak- en thuislozen te stichten. Dit tehuis ging het Labrehuis heten, genoemd naar Benedictus Joseph Labre. Labre leefde in de 18e eeuw en wilde intreden in een klooster wat hem geweigerd werd vanwege zijn zwakke gezondheid. Sindsdien leidde hij een zwervend bestaan dat in het teken stond van boetedoening.
Een plek vinden voor de daklozenopvang in het door oorlog verwoeste Eindhoven was niet eenvoudig maar werd met hulp van de gemeente gevonden aan het Stratumseind. Geld was er - nog - niet. Met een grote huis-aan-huis collecte werd dertigduizend gulden opgehaald waarmee de noodzakelijke verbouwing gefinancierd kon worden. Bedrijven sprongen bij en de bevolking schoot ruimhartig te hulp met spullen die thuis gemist konden worden. Het in 1946 in gebruik genomen Labrehuis maakte een frisse, vrolijke en huiselijke indruk waar de sloffen zelfs netjes onder het bed stonden.
Mede door het groeiende aantal dak- en thuislozen moest naar nieuwe huisvesting worden omgezien. Deze werd gevonden aan de Hoogstraat, een voormalige fabrikantenvilla. De buurt en de nieuwe bewoners moesten wel aan elkaar wennen. Op het Stratumseind spuugden de mannen nogal eens op de stoep maar de Hoogstraat was een betere straat, daar kon dat natuurlijk niet.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.