Cijnzen in het genealogisch onderzoek
We gaan het eens hebben over cijnzen. U denkt nu misschien aan het woord accijns, de belasting op drank en rookartikelen, maar daarmee heeft ons onderwerp van vandaag niets te maken.
Een korte uitleg is hier dan ook op zijn plaats. In de Middeleeuwen waren uitgestrekte grondgebieden in bezit van graven en hertogen, kloosters en abdijen. Zij deden hier bepaalde rechten gelden. Als een bepaald domein overging naar een plaatselijke heer, dan nam deze ook die rechten over. Voorbeelden van deze heerlijke rechten zijn het recht op de wind, op de wateren en op de woeste gronden. De heer gaf de bewoners van zijn heerlijkheid toestemming tot het gebruik van deze rechten door een jaarlijkse cijns te heffen op het verplichte gebruik van zijn wind- of watermolen om koren te malen, op het bevissen van de wateren, op de jacht, op de houtkap en verder gebruik van de grond. Het te betalen bedrag van deze cijnzen was onveranderlijk en werd voor eens en altijd vastgesteld. U kunt zich voorstellen dat dit bedrag in de loop der tijden weinig meer voorstelde. De heer was dan ook blij als iemand de cijns in natura betaalde, zoals met een aantal kippen of een paar zakken graan. Zijn rentmeester hield de cijnzen bij in een cijnsregister. Deze cijnzen gingen over van de ouders op de kinderen. Het is daarom dat zij een fantastische genealogische bron zijn. Hierbij ziet u een folio uit een cijnsboek van Helmond. De onderste post luidt getranscribeerd:
Catalyn wed:(uwe) en(de) 2 (3) kyn:(deren) (van) Thomas Andries Frans Maes
Thomas soone Andries Frans Maes
Joseph Simons soon van Lijsbeth d(ochter) Mettys
Josephs by deylingh 1 Dinarium Vetri
Leest u van onder naar boven dan wordt u hier verteld dat Joseph Simons (met de vermelding van zijn moeder en zijn grootvader) de cijns van 1 oude dinarium moet betalen.
De cijns gaat over op Thomas Maes (de vermelding van zijn vader).
Als hij overlijdt gaat de cijns over op zijn weduwe Catalyn (met de vermelding dat uit dit huwelijk 3 kinderen werden geboren, waarvan er 1 is overleden.)
Met een cursus oud schrift in het hoofd heeft de amateurgenealoog hier een fantastische bron naast de Burgerlijke Stand, het Bevolkingsregister en de Doop-, Trouw- en Begraafboeken.