Van viaduct en raccordement
Eindhoven – 3 juli 1963: ‘Hoera!’ riep het weinige te hoop gelopen publiek gistermiddag, toen wethouder F. van Vliet bij de uitmonding van de Bezemstraat een wit-rood lint kapot reed waarmee hij het nieuwe viaduct over de Beukenlaan officieel openstelde.
‘Het is een bijdrage tot de economische ontwikkeling van Eindhoven’, had de wethouder enkele minuten eerder gezegd. Even later reed de gemeentelijke bewindsman als eerste over het kunstwerk, met in zijn kielzog vertegenwoordigers van Philips, Gemeentewerken en politie. ‘Dit viaduct is het afsluitstuk van de Oostelijke rondweg. Wij hebben er een viaduct bij gekregen waarmee wij kunnen concurreren met andere gemeenten’.
Het motief waarom de gemeente hier, na overleg met Philips, een viaduct bouwde was tweeledig. Niet alleen het drukke Philipsverkeer aan beide zijden van de Beukenlaan - dat anders omgeleid had moeten worden - maakte het kunstwerk noodzakelijk. Ook de aanwezigheid van het Philips raccordement dwars over de Beukenlaan was een factor die meespeelde. Raccordement?? Dat is een spoorweg die niet bestemd is voor openbaar vervoer van personen of goederen en die aansluit op de openbare spoorweg. Treinen rijden er ten hoogste 30 km. per uur.
Terug naar het viaduct, een staaltje van technisch kunnen van Gemeentewerken. Het kunstwerk was 517 meter lang en 15 meter breed met daarbovenop twee rijbanen van elk 6,25 meter breed. In het zuidelijke landhoofd werd een schuilkelder gebouwd. Hiervoor waren 753 stalen palen nodig met een totale lengte van 3,8 kilometer. In het hele werk werd 3. 400 kubieke meter beton gestort en 207 ton staal verwerkt. En dat voor het luttele bedrag van slechts 1,5 miljoen gulden. Dat is € 680.670,-. Kom daar nog maar eens om vandaag de dag.