Leboco
In 1938 vraagt het kerkbestuur van de nog jonge Leonardusparochie aan het gemeentebestuur van Helmond toestemming voor de bouw van een jongensschool aan de Wethouder Ebbenlaan. Die toestemming krijgt het kerkbestuur en op 15 november 1939 vindt de aanbesteding plaats voor de bouw van een zevenklassige school volgens het ontwerp van Van de Leur en Roffelsen. In die tussentijd krijgen de jongens uit de Leonardusparochie les in de bibliotheek van Woningbouwvereniging De Hoop boven de boog in de Willem Prinzenstraat en daarna in Het Huukske aan het Willem Beringsplein.
Als de school in het najaar van 1940 klaar is, is hij al weer te klein. Steeds moeten leerlingen uitwijken naar andere locaties, omdat er te weinig klassen zijn. In 1951 wordt de school uitgebreid tot 12 lokalen. Halverwege de jaren zestig zijn er 16 lokalen. Daarna loopt het aantal leerlingen snel terug door de bouw van nieuwe scholen als de Paulus en De Goede Herder. In 1978-1979 wordt de school opnieuw grondig verbouwd. Dit gebeurt met het oog op de wet op het basisonderwijs. Die is nog niet doorgevoerd, maar men moet er wel op voorbereid zijn. Als de wet aangenomen zal zijn, moeten ook de kleuters een plaatsje vinden in de school.
In die tijd hebben de jongens en meisjes van de Leonardusparochie ieder nog hun eigen school. De meisjes gaan naar de Catharinaschool, de jongens naar de Leonardus. Toch zijn er wel toenaderingen. Een van die toenaderingen is Leboco. Die afkorting staat voor Leonardus – Boeken – Contact. Op 26 en 27 november 1960 wordt in de Leonardusschool een boekententoonstelling onder die naam gehouden. De foto is genomen op 24 november 1960 om te dienen als illustratie bij een vooraankondiging van de tentoonstelling in de Helmondse Courant. De foto is dus niet van de tentoonstelling zelf. Waarschijnlijk zijn de jongens bij een van de stands gezet die al klaar was om het plaatje een beetje levendiger te maken. Ze staan vermoedelijk bij de spannende jongensboeken. Twee titels zijn te onderscheiden: Gevaarlijk spoor en Verkeerde film. Er staat ook een Pim Pandoer-boek in de stand. Links van het petje van de linker jongen is het woord ‘Pandoer’ te zien.
Broeder Arnoldus vertelt in het artikel enthousiast over het eerste grote contactmogelijkheid tussen leerlingen van de jongens- en meisjesscholen, van de onderwijzers en onderwijzeressen en van de ouders. Deze contactmogelijkheid is ook het hoofddoel van de tentoonstelling. Nevendoelen zijn de parochiële band en goede voorlichting over jeugdboeken. Vijfenveertig jaar later doet het een beetje vreemd aan dat je een boekententoonstelling organiseert om voorzichtig contact tussen jongens- en meisjesscholen mogelijk te maken. Uiteindelijk lopen deze contacten uit op gemengde scholen. Daar kijkt nu niemand meer van op, maar toen moest er voorzichtig naar openingen gezocht worden om tegenstanders niet tegen zich in het harnas te jagen. Overigens moet daar wel bij opgemerkt worden dat neutrale scholen altijd gemengd onderwijs hebben gekend. En ook bij kleuterscholen is nooit de scheiding naar sekse gemaakt.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.