Scheuring binnen het christendom
De 16de eeuw lijkt in veel opzichten op onze tijd. Het is een periode, waarin veel nieuwe ontdekkingen en uitvindingen gedaan worden, waardoor het leven helemaal anders wordt. Zo zorgt de boekdrukkunst ervoor dat nieuwe, soms ook rebelse, ideeën vliegensvlug de ronde doen. Daarnaast is er veel maatschappelijke beroering en ontevredenheid. Allerwege is er bijvoorbeeld grote verontwaardiging over de rijkdom van de kerk en de vele kloosters, maar ook over de onwetendheid van de lagere geestelijkheid. De bom barst als de dominicaner monnik Johann Tetzel in opdracht van de paus op grote schaal en voor grof geld volle aflaten (dat zijn kwijtscheldingen van straf voor begane zonden) gaat verkopen. Het geld is bestemd voor de bouw van de nieuwe Sint Pieter in Rome. Verontwaardigd spijkert Maarten Luther, professor in Wittenberg (Duitsland) uit protest 95 stellingen tegen de kerk en tegen de aflaathandel aan de deur van de universiteitskerk. Hoewel hij het niet zo bedoelt, loopt deze actie van Luther uit op een gigantische scheuring binnen de Kerk. De helft van Europa keert zich af van Rome en wordt protestants.
Luther verdedigt voor keizer Karel V op de Rijksdag te Worms, 18 april 1521, zijn stellingen tegen de kerk en de paus. “Hier sta ik, ik kan niet anders” zegt hij bij deze gelegenheid tegen de keizer