Huurkoop is duurkoop …
Wie aan volkshuisvesting denkt, denkt niet snel aan koopwoningen. Althans, zo is het lang geweest. De laatste jaren hebben dit beeld danig op kop gezet. Allerlei woningcoöperaties, ook in Helmond, hebben het huizenbezit te gelde gemaakt, tot hun eigen genoegen en dat van de nieuwe eigenaar. Nu de woningmarkt wat tegen zit en de smalle beurs weer gewoon smal blijkt te zijn in de ogen van de hypotheekverstrekkers, komen er nieuwe constructies op tafel zoals het leasen van een woning. Hoewel, wat heet nieuw?
Terug naar 1927. De bomen lijken tot in de hemel te groeien. Een ongekend, vooral economisch, optimisme heeft zich van de mensen meester gemaakt. De RK Woningbouwvereniging De Hoop heeft dan in de 10 jaar van zijn bestaan al bijna 600 nieuwe woningwetwoningen in de verhuur, alle in de Dierenbuurt. Voorzichtig wordt gedacht aan andere constructies dan huur, vooral ook om de buurt minder gelijkvormig te maken. Bezitsvorming onder de huurders, zoals het zo mooi heet, wordt gezien als manier om verder bij te dragen aan de sociale emancipatie van de arbeider. Huurkoopconstructies bijvoorbeeld, maken woningbouw mogelijk als er geen Rijkssubsidie voor beschikbaar is. De Hoop blijft wel aan zijn uitgangspunten trouw, want het bouwen van andere objecten dan direct profijtelijk voor de huurders, laat men graag aan anderen over. Na de Tweede Wereldoorlog wordt ingezien dat het ook handig is voor de huurders als er middenstand in de buurt is en worden er winkels gebouwd.
In de Beverstraat wordt een complex van 10 woningen neergezet waarvoor de constructie van huurkoop wordt bedacht. Voor ƒ 45.639,51 inclusief grond zijn de huizen neergezet door de firma Verhoeven, die net als de architect Lambert de Vries, uit Helmond afkomstig is. In juli 1929 zijn de eerste bewoners gearriveerd die gemiddeld ƒ 6,18 per week betalen. De Hoop heeft dan woningen verhuurd voor ƒ 3,15 tot ƒ 4,90 in de Dierenbuurt. Het extra bedrag wordt grif betaald, want na 30 jaar huur is het pand dan eigendom. De huurders staan in de rij! Maar liefst 27 gezinnen staan op een wachtlijst.
Wat in de zomer nog aantrekkelijk lijkt, begint in de herfst van 1929 zijn glans te verliezen. De beurscrisis in New York zal de 10 gelukkige gezinnen in hun huurkoopwoning in de Beverstraat treffen. Want ook in Helmond slaat de crisis in het begin van de jaren ’30 toe, wat leidt tot massaontslagen. De bewoners van de Beverstraat kunnen zich aan deze economische malaise niet onttrekken en de een na de ander meldt zich bij het bestuur met het verzoek om van het huurkoopcontract verlost te worden. Van een wachtlijst is dan al lang geen sprake meer.
Pas nadat de diepste crisis zo ongeveer voorbij is, is de staat bereid om met ingang van 1936 de exploitatie te ondersteunen. De Woningbouwvereniging is bereid met ingang van 18 september 1935 de contracten om te zetten in normale huurcontracten met terugbetaling van de in de ruim 6 jaar gespaarde bedragen. Wie nu denkt dat de huurprijs flink zal zakken, komt bedrogen uit: gemiddeld ƒ 5,48 per week, een verlaging met 70 cent. Daarmee is wonen in de Beverstraat nog steeds fors duurder dan wonen in een van de andere complexen. Pas in de jaren ’50 gaan de huren voor deze vooroorlogse complexen gelijk op.
De mislukking van het experiment wordt aan het optimisme van de tijd geweten. In 1959 wordt nog gesteld dat de huurders wel erg gemakkelijk het contract zijn aangegaan, namelijk op een moment dat het gezinsinkomen door meewerkende kinderen hoog is. Met de kennis van nu zouden we zeggen dat men destijds wel erg moeilijk deed over het verstrekken van kredieten.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.