Het grote katholieke gezin
Na het midden van de 19de eeuw veranderde de samenleving in Zuid-Oost Brabant sterk. De industrie deed zijn intrede, er kwamen kanalen, spoorwegen en tramlijnen. Door de betere medische zorg bleven meer kinderen in leven. Met de opkomst van de industrie vonden meer jonge mensen een baan, werden ook eerder zelfstandig en gingen ook vroeger trouwen. Dit leidde onder meer tot grotere gezinnen. Hierbij was ook de invloed van de Kerk groot. Die invloed was vooral na het midden van de 19de eeuw steeds sterker geworden, totdat zij rond 1900 praktisch het gehele leven beheerste. Geboortebeperking was in de ogen van de Kerk een zware zonde en het hebben van veel kinderen zag men als een zegen. Mede daardoor werd Brabant het land van de spreekwoordelijke grote gezinnen. Was het in de 18de eeuw nog zo, dat man en vrouw beide geacht werden te werken voor de kost, rond 1900 was de norm dat alleen de man kostwinner was en de vrouw zorgde voor het huis, het eten en de vele kinderen.
Het gezin van Jan de Last-Bekkers met 13 kinderen, 7 dochters en 6 zonen, te Budel in 1927
Bronvermelding: RHCe, THA, objectkenmerk 0007942