Ter ere van de 150.000e inwoner
Eindhoven was in 1954 volop bezig met de wederopbouw. Overal draaiden de cementmolens, zoefden de kranen in de bouwputten en werden er grote projecten gerealiseerd om volksvijand nummer één, de woningnood, te verslaan.
Het hoogspoor met de viaducten markeerden het begin van een nieuw tijdperk. De eerste contouren van het nieuwe Woensel werden zichtbaar. Eindhoven was een groeistad geworden en burgemeester en wethouders raakten in de ban van de magie van de ronde getallen. Eindhoven zou de grens van 150.000 inwoners gaan passeren. Nu is het natuurlijk moeilijk om exact de 150.000ste inwoner te bepalen. Voor een deel is de vaststelling gekunsteld omdat veel van het toeval afhangt. Mensen overlijden en nieuwe bewoners laten zich inschrijven. Natuurlijk moest het een jong geboren kind zijn, want kinderen dragen de belofte van de toekomst in zich.
Om de spanning te doen stijgen had de gemeente enige feestelijke erebogen met lampjes opgericht met een wel heel bijzondere symboliek. In een nest bewaakten twee ooievaars een krans van kindertjes die zij moesten uitvliegen op het moment dat het gemeentebestuur klaar was met het treffen van de voorbereidingen, zoals het klaarzetten van de erewijn. Op 29 maart was het dan zo ver. De vader van Adrianus Johannes Busio, die op zondagmiddag geboren was, kwam zijn zoon op die maandagmiddag aangeven.
Onmiddellijk was heel het gemeentehuis in rep en roer. Burgemeester Kolfschoten trad zelf op als ambtenaar van de burgerlijke stand. Na de toespraak ontving de gelukkige vader vele felicitaties en natuurlijk vele geschenken voor zijn zoon en enkele sigaren voor zichzelf. Namens de gemeente werden enkele obligaties en een luiermand aangeboden. ’s Avonds was het nog lang een drukte van belang in de Bergen op Zoomstraat, waar de wieg van Josje Busio stond. De boreling, die door de bisschop zelf was gedoopt in de Theresiakerk, vond het allemaal best. Taarten, rollen beschuit en vele goed bedoelde cadeaus van particulieren en instellingen hadden hem op voorhand tot een bijzondere Eindhovenaar gemaakt.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.