Ze hielpen ons aan huizen en eten

10 diny-1

Diny Engelen (73) is geboren op de Acaciastraat. Vervolgens woonde ze jarenlang in een mooi, groot huis op de Kastanjelaan 53. Terwijl haar moeder in het ziekenhuis lag, werd er ingebroken. Het huis werd helemaal overhoop gehaald en vernield. Haar vader kreeg het daardoor acuut aan zijn hart. Dit resulteerde in een verhuizing naar een kleinere woning eveneens op de Kastanjelaan 23.
“Het waren moderne huizen waar we woonden. Zeker in de beginjaren had je veel contact met de buren en er hing een gemoedelijke sfeer. Je riep vrij in en uit bij elkaar en kon de achterdeur gewoon openlaten.” Diny komt uit een gezin van zes kinderen, vier meiden en 2 jongens. Vijf er van kwamen uiteindelijk bij Philips te werk, maar verkozen, om na enkele jaren, toch elders te gaan werken. Haar ouders komen allebei uit Deurne. Omdat haar vader het op en neer reizen, maar niets vond, kregen ze huis in Philipsdorp aangewezen. “Iedereen om je heen werkte bij Philips. Dat werd als iets heel gewoons gezien. Het gezegde ‘Wiens woord men sprak, wiens brood men at’, kwam hier goed tot zijn recht.”
“Wat mij erg is bij gebleven is dat we tijdens de oorlog vele malen naar de schuilkelder moesten. Het Sinterklaasfeest in 1942 hebben we zelfs doorgebracht in een schuttersputje in de Venstraat. Ook weet ik nog goed dat tijdens één van die verblijven in de schuilkelder een vrouw uit onze straat is bevallen van een tweeling. Gezond en wel. Het was ook de periode waarin je onbekommerd op straat kon spelen en in de winter kon ‘slibberen’. Haar partner leerde ze eveneens bij Philips kennen. “Hij werkte aanvankelijk voor een ijzerhandel toen ik hem voorstelde om bij Philips te solliciteren. Daar kreeg hij een baan als portier aangeboden. Zelf werkte ik op de centrale loonadministratie. Philips heeft ontzettend veel voor de mensen betekend. Ze hielpen ons aan huizen en eten.”
“Voor kinderen werd er van alles gedaan. ’s Avonds, als wij op bed lagen, werd er tijdens bijzondere gelegenheden, een dansvloer neergelegd waarop de ouders een dansje konden wagen. Iedereen kende elkaar. Je wist precies waarneer iemand ziek was. Als kind deed je dan automatisch boodschappen voor degene. Waar nu het PSV-stadion staat, had Philips een sintelbaan aangelegd en op de plek van de parkeergarage was een oefenveldje. Ik kan mij nog herinneren dat een vrouw het veld overstak terwijl er mensen aan het speergooien waar. De speer ging dwars door haar heen. Ze overleed niet veel later. Omdat we geen douche hadden, ging ik elke vrijdag na mijn werk naar het badhuis op de Glaslaan. Daar kon je voor 7 cent, op vrijdag of zaterdag, douchen.” Dat Philips zeer modern was, blijkt wel uit het feit dat ze eigen timmermannen, schilders, stratenmakers en schoonmakers in dienst hadden. In de loop der jaren werd steeds meer van deze taken aan andere bedrijven uitbesteed.
Diny heeft in totaal tien jaar bij Philips gewerkt. In de avonduren werkte ze met plezier voor het Rijk. De sfeer bij Philips werd steeds minder.”De eerste zes jaar waren geweldig. Totdat er een paar rare snoeshanen het voor het zeggen kregen. We maakten enorm lange dagen en moest driekwart jaar overwerken omdat de lonen op tijd moesten worden uitbetaald. Vervolgens heb ik de overstap naar de Luchtmacht gemaakt en heb ik overal gewoond waaronder Zeist, Rijen, Kampen en Middelburg. In totaal zo’n dertig jaar. De laatste periode ging ik echter elke avond naar huis. Officieel heb ik nooit mijn ouderlijk huis verlaten. Dat blijft en is mijn adres. Uit Philipsdorp ga ik niet meer weg.”

upload/verhalenbank_poost/10.jpg

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
Maarten Sikking
 Detail uit een affiche voor de Actie Kerkenbouw, beeldcollectie RHCe.
Tekening van de St. Nicolaaskerk te Valkenswaard
images/hourglass.png

ZOEKEN...