Stapvoets rijden
De laatste dag van 2010 was meteen ook de laatste dag van “Dirks exclusieve interieurs”.
Daarmee kwam na negentig jaar een einde aan deze gerenommeerde zaak. De firma Dirks zat bijna haar hele bestaan op de hoek van de Ameidestraat en de Zuid-Koninginnewal. Het begin lag echter daar schuin tegenover, aan de Molenstraat 206, waar Anton Dirks en zijn vrouw Anna den Ouden in 1920 een zaak begonnen in woningtextiel en meubelen. Dat huis met de naam “de Ossekop” werd al snel ingeruild voor een pand aan de Ameidestraat nummer 1, waar voorheen een melkwinkel zat. Daar startte de bloei van de zaak.
De naam Ameide komt in Helmond al in de veertiende eeuw voor als benaming voor de stadgracht aan de oostkant van de stad. In de aarden wal die de stad aan de binnenzijde van de gracht omringde, was een poort opgenomen die bezoekers doorgang gaf van en naar de huidige Molenstraat. Je zou verwachten dat de toegang vanaf de Molenstraat een redelijke breedte had, maar de Ameidestraat was vanouds een zeer smalle straat. Op het smalste gedeelte stonden de huizen met hun voorgevels nauwelijks 4 meter van elkaar. Het breedste gedeelte van de straat was aan de kant van de Zuid-Koninginnewal, maar ook daar was de breedte niet veel meer dan vijf meter. Op een foto uit 1907 zien we aan het begin van de straat borden met “stapvoets rijden”. Zo’n bord was ook aangebracht tegen het hoekpand van de stoffeerderij en beddenhandel van Gustaaf Schulte. Volgens het kadaster werden zijn panden in 1902 vernieuwd. In 1910 werd de gevel in de Ameidestraat verder terug geplaatst. Toen ontstond ook de neogotische gevel op nummer 3 die bekend stond als magazijn “Oudt Peelandt” en waarin de gevelsteen van het voormalige blokhuis van Liessel werd opgenomen. In 1911 werd er een stuk grond aan de gemeente verkocht ten behoeve van de verbreding van de straat. Later werd de gehele zuidkant van de Ameidestraat opnieuw gebouwd, met als gevolg dat de panden Ameidestraat 1 en 3 nog steeds vooruitsteken. Volgens het kadaster werd het pand in 1927 verkocht aan koopman Antonius Dirks.
De meubelzaak van Dirks floreerde. Er moesten steeds meer ruimten aan de winkel worden toegevoegd. Voor het bezorgen werd er tot 1930 gebruik gemaakt van een voerman met wagen. Toen werd er een grote bakfiets aangeschaft waarmee de jongste bediende de meubels thuis bracht. In 1948 werd een eigen bestelauto aangeschaft. De zaak liep zo goed dat er in 1956 een filiaal werd geopend aan de Heistraat. Inmiddels waren Jan en Tony, twee zoons van Anton Dirks, in de zaak gekomen. De firma Dirks beperkte zich niet tot het leveren aan particulieren. Er werden veel projecten verzorgd in de regio, zoals het leveren van de gordijnen voor het Lambertusziekenhuis. Ook het leveren en leggen van vloerbedekking in kantoren en scholen nam een grote vlucht. Bij het veertigjarig jubileum in 1960 werd de zaak uitgebreid tot 600 vierkante meter door ook de tweede verdieping in gebruik te nemen als toonzaal. Bij het gouden jubileum in 1970 werd een tentoonstelling ingericht met Franse salonmeubelen: inmiddels was de klassieke stijl het handelsmerk geworden voor Dirks. In 1971 volgde nog een uitbreiding op de plaats waar het bedelingshuis van het armbestuur had gestaan. Daarmee bereikte men een uitbreiding met 500 vierkante meter. Bij een latere nieuwbouw ontstond het huidige kenmerkende aanzien waarbij de oude gevel op nummer 3 gelukkig werd gespaard.