Schapen of jenever.
In maart 2010 werd na een prijsvraag een nieuwe naam bekend gemaakt voor het middengebied tussen Helmond en Eindhoven. Dat werd: “Rijk van Dommel en Aa”. Die Dommel en die Aa zijn in dat gebied echter niet te vinden. Hier ligt nu het landgoed Gulbergen met zijn golfbaan en dierenpark. Dit gebied heeft van ouds de naam Vaarle; een naam die veel Helmonders zullen kennen als naam van de parkeerplaats die ze voorbijsnellen als ze van Eindhoven op weg zijn naar huis.
De oude naam van dit gebied was Vairlair of Vaerlaer. Het was een leengoed van het kasteel Oud-Herlaer in Sint Michielsgestel. De gronden lagen onder Nuenen en Mierlo. Het Nuenense deel heette Groot Vaarle of Oud Vaarle; het Mierlose Cleijn Vaarle. In 1497 werd Wijnand Massereel, heer van Wijnandsrade, eigenaar van de goederen. Het bleef in zijn familie totdat het in 1613 bij erfenis in handen kwam van Johan van Cortenbach, een kleinzoon van de Heer van Helmond. Diens dochter Barbara verkocht de goederen in 1649 aan Wouter Snoecx uit Tongelre. In 1660 bracht Emund van Cortenbach, heer van Helmond, door aankoop het goed Vaarle weer in de familie. De opvolgende heren van Helmond bleven eigenaar. Bij de aankoop van de heerlijkheid en het kasteel van Helmond door Carel Frederik Wesselman in 1781 was ook het goed Vaarle begrepen. Wesselman kocht in de buurt veel heidegrond op om te laten ontginnen.
Vaarle was niet zo goed bereikbaar. De wegen over de hei waren voetpaden en karrensporen die ’s zomers konden veranderen in ware zandwoestijnen. Tussen Helmond en Nuenen was geen rechtstreekse verbinding; men moest via Aarle-Rixtel, Lieshout en Gerwen. Omdat men vanaf de Collse watermolen Eindhoven niet met rijtuigen kon bereiken, had de overheid rond 1750 al plannen om de weg van Coll op Eindhoven te verkorten. Daarover worden we ingelicht door J. Smits uit Coll. Hij schrijft in 1807 aan Carel Frederik Wesselman dat men destijds de hoge heren van dat plan had kunnen afhouden. Wel lag hier het begin van een weg door de Nuenense heide die blijkbaar nooit was afgemaakt.
Bij zijn brief stuurt hij een ruwe schets waar Eindhoven met een “A” en Helmond met een “B” is aangeduid. Een nieuwe weg tussen beide plaatsen, gericht op de kerktorens zoals men dat toen vaak deed, kon niet worden aangelegd. Eindhoven was toegankelijk vanaf het zuiden en in Helmond kwam men via de Kromme Steenweg met een haakse hoek op de Steenweg. De verbinding tussen Helmond en Eindhoven liep uiteindelijk over Mierlo-Hout. Via wat nu de Burgemeester Krollaan is, kwam men via Medevoort, daar waar nu de Brandevoortse Hoeve aan de Brandevoortse Dreef ligt, uit op de Helmondsche Dijk. Van daar kon men via Eeneind naar Coll en Eindhoven, of via de Beekstraat naar Nuenen. Vaarle liet men, zoals men op de schets ziet, geheel links liggen. Op 25 november 1803 krijgt Carel Frederik Wesselman vergunning voor het oprichten van “eene koren branderij of genever stookerij” te Helmond en Vaarle met gebruik van granen of aardappelen. Of er op Vaarle ooit gestookt is, lijkt vanwege de afgelegen ligging onwaarschijnlijk. Dat deed Wesselman wel in zijn Helmondse kasteelkelder. Vaarle was meer geschikt voor de schapenteelt. Een telling in 1807 geeft een totaal van 180 schapen, rammen en lammeren en nog 36 oude schapen om vet te mesten. Een jaar later is het totale aantal al gestegen naar 336. Nu nog vinden we op Vaarle schapenhouder Rob Adriaans; hij werkt dus in een oude traditie met zijn eigen gefokt ras, dat hij naar het landgoed Gulbergen het Gulbergenlam heeft genoemd.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven; archief familie Wesselman van Helmond.