Terug naar toen: Vastenavondvermaak
Misschien komt u nu net thuis na uzelf vier dagen lang vol overgave te hebben gestort op het Lampegatse carnaval. Pekske Pronken, Drie Uurkes Vurraf, de aankomst van de Stadsprins en zijn gevolg op de Hoofdstatie, de Lampegatse optocht, in polonaise van kroeg naar kroeg en de boerenbruiloft op de afsluitende dinsdag.
Op veel plekken in de stad wordt carnaval gevierd. Tegelijkertijd gaat het leven van alledag door, er wordt gewoon gewerkt en de winkels zijn geopend. Het Lampegatse carnaval kan dat van Oeteldonk of Krabbegat in omvang dan ook niet evenaren. Naar verluidt heeft dat te maken met de houding van Philips, ooit de grootste werkgever van Eindhoven. Het concern voelde er niet voor om de productie twee dagen stil te leggen ten faveure van het carnaval. Het feest voorafgaand aan de vastentijd van 40 dagen wordt al zeker 350 jaar gevierd in Eindhoven, hoewel de wijze waarop nogal verschilt van die van vandaag. Geen Pekske Pronken, polonaises, boerenbruiloft, prins carnaval of raad van elf. Maar wat dan wel? Kroegbezoek en verkleed de straat op. Gemaskerd mocht dan weer niet. Tot zover niets nieuws. Een populair vermaak in deze contreien was het ganstrekken. Het nog levende beest werd aan de poten opgehangen, hoog aan een overhangende tak of paal. De sport was om gezeten te paard de kop van het arme beest te grijpen en van de romp te trekken. Dierenwelzijnsorganisaties waren er nog niet, maar een dergelijk wreed spel was ook het stadsbestuur van Eindhoven te gortig. Met de zogenaamde Vastenavondverordening van 1668 werd dit gelukkig verboden, zo ook het gooien met dode dieren.