Terug naar toen: Lichtstad

Philips bracht de wereld elektrisch licht met lampen geblazen en in elkaar gezet in het bedrijvige doch bescheiden stadje Eindhoven. De eerste internationale klapper werd gemaakt in 1898 toen Anton Philips vijftigduizend gloeilampen wist te slijten aan de Russische Tsaar voor de verlichting van zijn immense Winterpaleis in St. Petersburg, de Hermitage. Maar mogelijk stak het huishoudelijk personeel van de Tsaar de kandelaars, kroonluchters en kachels er al aan met een ander made-in-Eindhoven product: lucifers!

De productie van lucifers was een idee van het ondernemersduo Mennen en Keunen. De belangrijkste grondstof, de populier, was in ruime mate aanwezig in de Eindhovense Kempen en daarom goedkoop. Eén populier was goed voor 40.000 doosjes met elk 50 lucifers. De eerste fabriek ging in 1870 van start en stond in de Kattenstraat, het gebied staat nu bekend als het Luciferterrein en dat herontwikkeling wacht. Omstreeks 1900 produceren 1.200 mannen, vrouwen én kinderen in abominabele omstandigheden er lucifers die naar alle delen van de wereld worden gezonden ‘opdat de langstaartige Chinees, de bruine Maleier of de kroesharige Neger de Eindhovensche lucifers ontvangen’. Later verhuist de fabriek naar de Woenselse Lijmbeekstraat waar tot 1966 lucifers worden geproduceerd in de schaduw van de gloeilampmagnaat. In 1979 stopte Nederlands oudste lucifersproducent als laatste in het land, Philips neemt nu afscheid van het lempke; Eindhoven Lichtstad is geschiedenis.