Strijp S, T en R
Niet zal, maar wanneer kan Eindhoven zich opmaken voor de aanleg van fabriekscomplexen op Strijp IJ en Strijp P? In de vijftiger jaren van de voorbije eeuw was dat geen onzinnige vraag. Immers waarom anders zou Philips de oorspronkelijke benaming Strijp I en II loslaten ten faveure van de aanduidingen Strijp S, T en R?
In juni 1957 doet het lokaal dagblad uitgebreid verslag van de bouwwoede van Philips. De enorme expansie van het bedrijf was voor de gewone Eindhovenaar bijna niet meer te bevatten. Het stadsdeel veranderde in korte tijd op z’n zachtst gezegd revolutionair. Na de bevrijding waren in dit voorheen landelijke gebied met hier en daar een boerderij grote en fraaie sportvelden aangelegd die alweer hadden moeten wijken voor enorme fabrieksgebouwen.
Op complex T verrees de grootste fabriek tot dan toe ooit door Philips gebouwd. De machinefabriek was 270 meter lang en 67,5 meter breed en had een vloeroppervlakte van 31.000 vierkante meter. Overigens, niet alleen het productievermogen deed er toe maar juist ook het menselijke verlangen naar een prettige sfeer en een beetje geluk. Vandaar dat veel aandacht werd besteed aan de akoestiek, de ventilatie, de hygiëne, de esthetische afwerking en de recreatiemogelijkheden.
De kantine van de machinefabriek, een ontwerp van huisontwerper Louis Kalff, bood ruim zicht op een plantsoen alwaar in de middagpauzes geestdriftig werd gevoetbald. Niet alleen het lichaam kon opladen in de middagpauze, ook de geest wachtte voedsel. De machinefabriek bood namelijk onderdak aan een expositiezaal waarin tentoonstellingen konden worden gehouden. De architectuur van de nieuwe fabriekscomplexen op Strijp T en R was ruimtelijk, modern en esthetisch: ‘frisse gebouwen van een zuivere architectuur’, jubelde de correspondent. ‘Een zilveren randje voor de grauwe stad die Eindhoven nu eenmaal is.’