1850-1950: het groene Brabant

1850-1950: het groene Brabant

Pas na 1850 begon men op grote schaal de heide en de woeste gronden te ontginnen. Tussen 1850 en 1900 gebeurde dat vooral door het aanplanten van bos. Meestal werden dennen en sparren aangeplant, later ook loofbomen. De dennen werden vooral gebruikt in de mijnbouw. Aan het einde van de negentiende eeuw kwam steeds meer kunstmest beschikbaar. Daardoor was het mogelijk de van nature onvruchtbare zandgronden te ontginnen en tot vruchtbare akkers om te vormen. Zo verdween het ooit typische Brabantse heidelandschap ook in Zuidoost Brabant om plaats te maken voor een open cultuurlandschap, met hier en daar een overgebleven stukje hei en bosgebied. In de Peel, dat tot 1850 nog een uitgestrekt hoogveenmoeras was, begon in 1853 de Bossche ondernemer Jan van de Griendt met de grootschalige turfwinning. Deze turfwinning werd gevolgd door ontginningen en door de stichting van nieuwe dorpen. Ook de Peel werd een open cultuurlandschap en een deel van het nieuwe, groene Brabant.

Heide ontginning bij Kasteel "Heeze". Prentbriefkaart.


Bronvermelding: RHCe, THA, objectkenmerk 0017118

Reactie plaatsen

Naam

E-mail

Bericht

Ik ga akkoord met het privacy beleid




Vergeet niet akkoord te gaan met het privacy beleid
Reacties worden geladen...
Ontdekken
8 adje
Het motto van Notten.
Stadskippen
images/hourglass.png

ZOEKEN...