1200-1400: eenzame kerktorens
Een typisch Brabants fenomeen zijn de eenzame kerktorens tussen de akkers. Het zijn sporen uit de vroege Middeleeuwen, toen die kerktorens met de bijbehorende kerken nog de centra vormden van de oorspronkelijke dorpen. Zowel de kerk als de dorpen waren gebouwd op hoog gelegen zandbulten. Toen na 1100 de grond ging verdrogen, werden echter veel dorpen verplaatst naar de vochtigere beekdalen. Een mooi voorbeeld daarvan is Stiphout. Dit dorp wordt het eerst vermeld in 1155. De kern van het dorp lag toen rond de oude kerk, waarvan de toren nu nog steeds in de akkers staat. Toen in dertiende eeuw de verdroging toesloeg verhuisden de mensen in twee richtingen naar de randen van de zandbult waar het dorp op was gebouwd. De eerste verhuizing was naar het zuiden, waar een nieuw Stiphout werd gesticht. Een tweede, wat latere verhuizing ging naar het noorden, waar het gehucht Geeneind ontstond.
De stenen resten van de oude toren na de brand van 1884 in Stiphout . Foto van J. Rooyakkers.
Bronvermelding: RHCe, THA, objectkenmerk 0105477