Sneller dan Kees Verkerk?
Wat hebben wielrennen en schaatsen met elkaar te maken, behalve dat schaatsers de ijsvrije maanden vaak doorbrengen op de fiets om hun lichamelijke conditie op peil te houden?
Het betreft een Eindhovense weddenschap onder ambtenaren van de Afdeling Landmeetkunde van de Dienst Ruimtelijke Ordening en Verkeer. Wat was het geval? We schrijven eind jaren zestig en een aantal ambtenaren van bovengenoemde afdeling is het zat om telkens maar te bomen over wielerwedstrijden, coureurs en tourtoto’s. Waarom niet zelf het stalen ros bestijgen? Niet om de grote coureurs te evenaren, maar om te genieten van de mooie natuur die de omgeving rijk is én om zelf fitter en slanker op de werkvloer te verschijnen.
Alzo geschiedde. Vele toerritten op de zaterdagochtend volgden op nieuw aangeschafte tweedehands racefietsen. Voor ongeveer 200 gulden had je al een aardig karretje. De heren raakten bevangen door hun nieuwe vrijetijdsbesteding en bedachten zelfs een wedstrijd: een wielerronde over de weg van Son naar Best, een afstand van 5 kilometer.
Eind jaren zestig waren ook de hoogtijdagen van de schaatser Kees Verkerk. Hij liet menig record sneuvelen, zo ook op de 5 kilometer. En dat record wilden de coureurs verbeteren, op de fiets wel te verstaan. Op een winderige dag in augustus verschenen de renners getergd aan de start. Als extra stimulans had het hoofd van de Afdeling Landmeetkunde een fraaie wisselbokaal beschikbaar gesteld. Het mocht niet baten. Coureur Verbeek ging weliswaar als eerste over de finish en mocht de trofee in ontvangst nemen, maar het record van ‘Keesie’, dat stond op 7,36 minuten, bleef ongeëvenaard. In een nabijgelegen cafeetje werd de Pyrrusoverwinning geëvalueerd en met het nodige geestrijk vocht en een charmante ‘kus-miss’ feestelijk gevierd.