Een tochtje naar de weegschaal
Menig Lampegatter laat met carnaval het sporttenue in de kast liggen ten faveure van het carnavalskostuum.
Elke rechtgeaarde carnavalsvierder weet dat ook carnaval topsport is met lange dagen en nachten vol dans, zang en wat al niet meer. Om het lichaam gedurende deze piekbelasting gaande te houden, wordt het nodige calorierijke gerstenat naar binnen gewerkt. Op Aswoensdag volgt dan de ontnuchtering. We happen haring en halen een askruisje bij meneer pastoor.
De Vastentijd begint. Voor menigeen is dit dan ook een uitgelezen moment om nu dan toch echt te beginnen met lijnen. De voorjaarscollectie hangt immers in de winkel en de spiegels in de paskamers zijn onverbiddelijk.
Terug naar toen. Ondanks dat het schoonheidsideaal begin vorige eeuw aanzienlijk voluptueuzer was dan nu, hielden vrouwen ook toen hun gewicht in de gaten. Een eigen personenweegschaal behoorde echter nog niet tot de standaard inboedel. Om op de weegschaal te kunnen gaan staan moest een tochtje naar de drogist worden gemaakt. In Eindhoven beschikte drogisterij De Gekroonde Gaper in de Rechtestraat over een personenweegschaal waar je je tegen betaling kon wegen. Je kreeg zelfs een handig boekje waarin je je gewicht keurig kon bijhouden.
Meten is weten, maar wat wist je dan precies? We slaan de aantekeningen erop na in het gewichtsboekje van een Eindhovense dame van zeer gegoede komaf. “23 februarij 1921: 161 pond met bontmantel aan en 154 pond zonder bontmantel.” Onder haar bontmantel gingen nog minimaal een lange jurk, een korset, de nodige lagen ondergoed en een paar schoenen en lange kousen schuil. We weten nu dat haar bontmantel 3,5 kilo woog. Maar wat het werkelijke gewicht van mevrouw was, dat blijft voor ons gissen en dat is maar goed ook!