Verkoop Gemeenschap
Op 17 september 1965 werd aan de Churchilllaan in Helmond het nieuwe gebouw van de Végé-centrale officieel geopend. Dat gebeurde door mr. Frans Jozef van Thiel.
Dit was het nieuwe distributiecentrum voor oostelijk Noord-Brabant en Noord-Limburg. De verhuizing van de Waardstraat naar het nieuwe gebouw had enkele maanden eerder plaatsgevonden. Die verhuizing hield ook in dat men van een oppervlakte van 2.700 m2 naar 6.000 m2 ging. De gebouwen aan de Waardstraat werden in gebruik genomen als brandweerkazerne.
Door de opkomst van de supermarkten zijn kruidenierszaken nu bijna geheel verdwenen. In 1929 waren er landelijk nog circa 29.000 kruideniers. In het begin van de twintigste eeuw ontstonden de groothandels of grossiers, die producten bij fabrikanten inkochten en deze leverden aan de detailhandel. Winkeliers namen hun waren af bij verschillende grossiers. Zij bekeken keer op keer waar zij het goedkoopste terecht konden. Die versnippering was voor de grossiers niet alleen een grote kostenpost; ze moesten ook fel met elkaar concurreren. Vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstonden veel organisaties die probeerden de honderden kleine en grotere grossiers door het hele land in één organisatie, het vrijwillig filiaalbedrijf, samen te brengen. Dat gebeurde vaak door regionaal sterke grossiers. Zo ontstonden bijvoorbeeld de Spar, de VéGé, de Centra en de Vivo.
De VéGé werd opgericht in 1938 door Theo Albada Jelgersma uit Breda. De naam VéGé staat voor “Verkoop Gemeenschap”. Door deze constructie konden winkeliers en grossiers zich onder een naam presenteren en ook eigenmerkartikelen voeren. De winkeliers verplichtten zich een zeker minimum van hun omzet bij een grossier in te kopen. De grossiers verzorgden in ruil daarvoor bijvoorbeeld de boekhouding, het reclamemateriaal en de etalageverzorging tegen kostprijs. Het voordeel van deze samenwerking was voor de grossiers de grotere inkoopkracht bij de fabrikant en de afnamezekerheid door de aangesloten winkeliers.
Het Helmondse bedrijf Van Stekelenburg, ontstond uit het molenaarsbedrijf. Antoon van Stekelenburg had in Aarle-Rixtel een molen, met als nevenbedrijf een grossierderij. Het gezin ging in 1934 in Helmond wonen; de grossierderij werd langs het kanaal gevestigd. In 1938 verhuisde het bedrijf en de familie naar de Waardstraat. De drie zoons Frits, Jo en Noud traden toe tot het bedrijf. Na aansluiting bij de VéGé werd het pand te klein en volgden diverse uitbreidingen. Er werd uitgezien naar een plaats om nieuwbouw te plegen en dat werd de Churchilllaan. De Helmondse architect Van Griensven ontwierp het gebouw.
Het interne transport in het nieuwe gebouw was uniek voor een grossierderij in Nederland. Rond de rekken reden constant 24 wagentjes rond met een laadcapaciteit van 700 kilo. Die wagentjes konden simpel gekoppeld worden aan een 192 meter lange ketting die zich door een gleuf in de vloer bewoog. Met een voetbeweging konden de karretjes van de ketting worden losgekoppeld. Elke rondrit duurde ongeveer 6 minuten, wat de theoretische capaciteit van het systeem op 170 ton per uur bracht. De hele vloer van het magazijn had dezelfde hoogte als de laadvloer van de trailers. Er werkten toen 81 mensen. Vanuit Helmond werden 165 VéGé-winkeliers bevoorraad. Voor het vervoer had het bedrijf 40 wagens op de weg.
In de jaren zeventig was de verwachting dat al die grossiers die een eigen rayon hadden zouden samensmelten tot één landelijk opererende grossier, omdat die rayonindeling een gezonde bedrijfsvoering in de weg stond. Zo werd Van Stekelenburg in 1975 aan VéGé grossier Kraan & Van Kuyk verkocht dat later weer opging in Unigro. Na het verdwijnen van de Végé werd het gebouw in 1986 in gebruik genomen door van Gemert Meubelland.