D'n Hollander
Op 22 mei 1928 krijgt Hendricus Antonius van Deursen, achtentwintig jaar en bijgenaamd ‘Harrie d’n Hollander’, vergunning van de gemeente Eindhoven om een café te bouwen aan de Zeelsterstraat op nummer 44b. De vader van Harrie was al in de tweede helft van de 19de eeuw uit Haarlem naar Eindhoven gekomen en dat zal de reden zijn geweest dat Harrie die bijnaam kreeg.
Harrie had het tij mee want in 1928 werd ook zijn eerste kind geboren. Deze zoon zou achtentwintig jaar later zijn vader opvolgen als caféhouder van ‘D’n Hollander’. In 1931 wordt de Zeelsterstraat omgenummerd en krijgt het café nummer 266. Op dat adres zit het nog altijd.
Op 24 augustus 1928 krijgt Van Deursen een vergunning om alcoholhoudende drank te schenken in de gelagkamer. Vanaf 1931 mag hij ook sterke drank verstrekken in zijn café. Er is dan niet alleen sprake van een gelagkamer maar ook van een ‘danszaal’. Dansen was toen aan allerlei bepalingen gebonden. In de ‘Dansverordening 1936’ stonden regels die pas in de jaren vijftig en zestig werden afgeschaft. Vóór 1953 mocht er tijdens het dansen geen drank geschonken worden. Pas vanaf 1966 mocht er gedanst worden op Nieuwjaarsdag, 1e Paasdag, Hemelvaartsdag, 1e Pinksterdag en 1e Kerstdag. Tenminste, als je achttien jaar of ouder was. In 1969 werd dit teruggebracht naar 16 jaar.
