Gala-avond De Keiebijters 1964

In 1964 traden op de gala-avond op 1 februari vijf kletsers aan in de ton. Hun speeches werden afgewisseld met zang, orkest en dans. Na Frits van den Oliemeulen (Frits van den Bosch), Teun de Kneup (Toon Nobels), Professor Hoger (Bert Kuijpers) en Thieu den Boeles (Thieu van Stiphout) kwam soldaat Boem aan het woord. De plaatselijke politiek komt altijd wel aan de orde bij deze klets. Zo is de naam Professor Hoger een verwijzing naar de in die tijd actuele luchtbrug, de Kasteeltraverse, die een ontwerp was van professor Froger.

Winnaar van de avond werd soldaat Boem, een creatie van de in 2001 nog actieve Gerrit van de Water. Gecamoufleerd met een dennenbos op zijn helm had hij een sketch over het leger. Veel van zijn grappen zouden in 2001 ook nog kunnen. Zoals deze: Nö de keuring ginge we ète. Minnen buurman zi dè ut toch wel meeviel mi dè ète, en dè von ik ok. Haai zi: Hoe voonde gaai ut vlis. Ik zee tiggenum: Toen ik toevallig nen erpel oplichtte.

Ook aardig is de grap over de straf die soldaat Boem kreeg toen hij een kapitein niet gegroet had. Na drie dagen cel komt hij dezelfde kapitein tegen en groet weer niet. Als hij daarover aangesproken wordt zegt Boem: Ja mar dè moete me niet kwèluk neme, ik daacht dè gaai nog steeds kô op meen waart.

Soldaat Boem had ook een vooruitziende blik. Hij vertelt dat hij altijd in de war was met de verschillende rangen. Toen hij niet op de rang van ritmeester kon komen, maakte hij, denkend aan de verschillende merken sigaren, er een hofnar van. Als je bedenkt dat in 2001 de beste kletser de narrenkap krijgt en benoemd wordt tot opperkletsmajoor, dan besef je dat deze gala-avonden gewoon voortbouwen op de avond van 1964. Soldaat Boem zou nu ook nog in de war kunnen raken van de rangen in Helmond.

bron: Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.