Mijn vader was een uitgesproken Philipsman
De vader van Yolanda Christiaans-de Groot heeft meer dan 40 jaar bij Philips gewerkt. Zijn functie was ‘Chef de bureau’ voor de afdeling bewaking. Hij was een Philipsman in hart en nieren. Na zijn 40 jaar dienstverband kreeg hij een kleuren tv waar hij enorm trots op was. Het grootste gedeelte van hun leven bracht het gezin door in een woning op De Jonghlaan 2. “Onze vader had meteen zijn zinnen op dit huis gezet, toen hij hoorde dat ingenieur Tak er wegging. Aanvankelijk kreeg hij het niet toegewezen. Pas toen hij met zijn vuist op de tafel sloeg,mocht hij de woning betreden. Het was een groot en prachtig huis. Ons gezin bestond uit zes kinderen, vijf dochters en een zoon.”
Yolanda is geboren in het ziekenhuis en heeft haar eerste jaren op de Tjalkstraat gewoond. Toen ze vier of vijf was, kwam ze op De Jonghlaan terecht. Haar vader is tot ver na zijn pensioen, 1969, in dit huis blijven wonen . Hij vond het vooral erg vervelend om dagelijks te zien hoe mensen van en naar hun werk bij Philips gingen.” Opvallend was dat alle dochters in het gezin mochten doorstuderen na de lagere school. Grote gezinnen konden gebruik maken van het ‘Van de Wilgenfonds’ van Philips. Dit fonds was er alleen voor kinderen van werknemers van Philips. Ouders konden er een beroep op doen om financiële ondersteuning te krijgen als hun kinderen wilden gaan studeren.
Eén van haar zusjes was verloofd met een man die op het ‘bollenland’ werkte. Regelmatig nam hij deel aan bloemencorso’s. Omdat hij wist dat de vader van zijn toekomstige vrouw een uitgesproken Philipsman was, legde hij in de voortuin de vlag van Philips met hyacintenbloemetjes aan . Dit was rond 1963. De vlag trok enorm veel aandacht en werd zelf gefotografeerd voor de Philipskoerier. Dit was een soort huis-aan-huisblad dat verspreid werd onder de werknemers van Philips. In deze krant stond onder meer overplaatsingen van mensen, overlijdensberichten, maar ook verhalen over de mensen zelf. “Ons huis op een druk punt. Zeker als de glasfabriek uitging of begon, kwam iedereen langs onze voortuin.”
Niemand van de kinderen heeft bij Philips gewerkt. Dit tot spijt van de vader. Als kind ging Yolanda naar de katholieke school op de Frederiklaan. De school werd gerund door Juffrouw Saanen. Op de jongensschool op de Gagelstraat had meester Vos het voor het zeggen. Een deel van haar zussen ging naar de Trudoschool. “Mijn vader was lid van de bibliotheek van Philips en mijn ouders gingen regelmatig naar onder meer operette-uitvoeringen in de schouwburg van Philips. Bij ons in huis was geen een elektrisch apparaat te vinden dat niet van Philips was. “ Als kind zat Yolanda niet bij een (sport)vereniging van Philips. Wel heeft één van haar zussen ooit meegedaan met een Philips musical. Deze was door Seth Gaaikema geschreven. “Philips hield ook modeshows. Hun moeder won regelmatig de eerste prijs. “Van huis uit was ze coupeuse. Ze naaide alle kleding voor haar dochters In eerste instantie vonden de modeshows plaats in de schouwburg, later in de Beukenlaan. Als kind showde ik dikwijls de door haar gemaakte kleding. Na afloop mocht je van een tafel een prijs uitkiezen.”
Er was zeker onderscheid tussen de huizen. “Ik weet nog dat wij allang een toilet hadden. Als lager school kind kwam ik wel eens bij een vriendinnetje, die een paar straten verder woonden, thuis. Zij hadden een “poepdoos”” staan. Iets wat een enorme indruk op mij maakten. Wij hadden toen al een cv en een toilet beneden en boven en een bad. “Een ander verschil was dat er werd gesproken over dat je werkte op de ‘kantoor-kantoren’ of ‘fabriekskantoren.’ Ook herinnert Yolanda zich nog goed dat haar zusje meedeed aan een ballonnenwedstrijd en de ballon helemaal in Duitsland belandde. Nog jaren hebben deze gezinnen contact met elkaar onderhouden. Ook weet ze nog goed dat er bij haar in de buurt en man woonden die vogels ving en ze verfde om ze vervolgens weer los te laten. “Ik heb een geweldige tijd gehad op De Jonghlaan en denk er vaak met veel plezier aan terug.”