De Peel brandt
Voor het winnen van de turf werd het Peelmoeras flink ontwaterd. De gestoken turven, bestemd als brandstof voor huizen en fabrieken, werden eerst te drogen gezet. Het ligt voor de hand dat de Peel in de zomer een brandgevaarlijk gebied was. Menige Peelbrand heeft gewoed, die na blussing bovengronds ondergronds nog maanden doorsmeulde.
In de zomer van 1921 woedden er beangstigende branden, die de dorpen Helenaveen en Liessel zelfs bedreigden. Augustus werd een ware rampmaand. In het begin van de maand brandde het al in de Peel van Sevenum en Horst. Half augustus brak brand uit in de Heitrakse Peel in de veenderij van de gemeente Deurne met een schade aan de opgestapelde turven van 15.000 gulden. Door de droogte en de felle wind werd het vuur aangewakkerd en donderdag 18 augustus werd Liessel met de ondergang bedreigd. Op hetzelfde moment was er in Horst-Sevenum op de terreinen van de Maatschappij Helenaveen ook weer een Peelbrand ontstaan. Deze bedreigde Helenaveen.
In Helmond trokken ’s middags al grote grijsgrauwe wolken voorbij, waardoor ’t daglicht enigszins getemperd werd en er een roode kring om de zon ontstond, die aan een natuurverschijnsel deed denken. Toen duidelijk was, dat niet de Duitse venen bij Kleef in brand stonden, maar de Peel, spoedde een journalist van de Zuidwillemsvaart zich naar de brand. Op weg naar het rampgebied, kon hij in Deurne van verre de vlammenzee al zien. In de richting Helenaveen was een gedeelte van den horizon een grooten vuurpoel terwijl de rest van den gezichtseinder gevuld werd door een dikken vetten gelen rook die door N.-Oostelijken wind in de richting Helmond werd gedreven en als een deken het heele landschap dekte. Bij Helenaveen kwam hij vluchtende mensen tegen. ’t Gaf een zielig gezicht al die lui met kruiwagens en stootkarren volgepakt met stoelen, beddegoed en d[ergelijke]. in allerijl uit hun woningen gehaald, en nu aan in den donkeren avond op zoek naar onderdak. Vaders met vrouw en ritsen kinderen 10, 12 op een rij voortsjouwend hun schamel boeltje met zorg en angst op hun gelaat. De bewoners van 20 woningen moesten worden geëvacueerd. Hun spulletjes brachten ze in veiligheid op drie boten en in niet door het vuur bedreigde huizen.
De Deurnese brandweer kreeg assistentie uit Helmond en Eindhoven. Het materieel uit Eindhoven bleek te zwaar voor de drassige bodem en de kleine bruggen, zodat het onbruikbaar was. Zaterdagmorgen om 6 uur waren ze echter terug met een brandspuit en een twee kilometer lange slang, waarmee ze wel konden helpen de brand te bedwingen. De Helmondse brandweerlieden konden zich ook van hun beste kant laten zien. Het gevaar kon uiteindelijk ’s zondags worden gekeerd, maar de schade was enorm. Van de Maatschappij Helenaveen was 40.000 m3 turf verbrand met een waarde van 120.000 gulden. Particulieren hadden voor 30.000 gulden aan turfvoorraad verloren. Over een oppervlakte van 240 hectaren had het vuur zich tot op een gemiddelde diepte van een halve meter ingevreten. In Helenaveen waren de huizen, bewoond door Jochem de Groot (6 kinderen), J. Pijs (4 kinderen), G. Lagarde (11 kinderen), Geert Jonker (6 kinderen) en G. Bovenkamp (4 kinderen) totaal verwoest. Op vrijdag 19 augustus werd de schade in totaal al geschat op 400.000 gulden. De krant kopte Schade f 3-400.000, wat lezers lazen als meer dan 3 miljoen gulden.